De Nederlandse regering heeft een B’Tselem-rapport gefinancierd en de inhoud daarvan bepaald, waarin het Israëlische Hooggerechtshof wordt aangevallen over beslissingen die het heeft gemaakt. Een kopie van het rapport met daarin alle details over de overeenkomst is in handen van de Jerusalem Post. B’Tselem is een omstreden linkse mensenrechtenorganisatie.
Enkele maanden terug heeft NGO Monitor onderzoeker Shaun Sacks documentatie aan het licht gebracht over financiering van Israëlische NGO’s, uitgerekend door het Nederlandse consulaat in Ramallah. Eén van de genoemde projecten die uitgebracht is als gevolg van een beroep op B’Tselem, is een rapport waarin het Hooggerechtshof van Israël wordt beschuldigd van mensenrechtenschendingen.
Het rapport dat vervolgens door B’Tselem werd uitgegeven, overtreft eerdere uitingen die de onafhankelijke rechterlijke macht van Israël aanvielen, en bedreigde rechters zelfs met ‘persoonlijke aansprakelijkheid voor het plegen van misdaden’. Deze door het buitenland gefinancierde poging om het rechtssysteem van Israël te schaden, is niet de eerste – het volgt op langlopende, door Noorwegen en het Verenigd Koningkrijk gefinancierde campagnes, waarin duizenden zaken worden ingediend in een expliciete poging de Israëlische rechtbanken te saboteren.
NGO Monitor roept deze Europese regeringen op om een directe dialoog aan te gaan met gekozen Israëlische functionarissen om antidemocratische manipulatie van het rechtssysteem te voorkomen.
B’Tselem ontving € 176.000 van de Nederlandse regering om het rapport samen te stellen met daarin de kritiek op beslissingen van het Hooggerechtshof, onder de kop “Uitwijzing van Palestijnse Gemeenschappen uit hun land”. Het B’Tselem rapport wordt door de Nederlandse regering gezien als een testcase. Verdere samenwerking met B’Tselem en andere linkse NGO’s wordt niet uitgesloten.
Ook blijkt dat Nederland doelen van het rapport heeft gespecificeerd en wat het ermee beoogde te bereiken, namelijk “de status-quo weg te nemen door de belangrijkste mechanismen die de bezetting in stand houden te doorbreken. Door internationale actie te ondernemen om de bezetting te beëindigen, en om het beeld weg te nemen dat het een wettige bezetting is.”
In 1967 werd Israel omsingeld en aangevallen door Arabische legers van Libanon, Syrie, Jordanie, Irak en Egypte, gesteund door de gehele Arabische wereld. Doel van deze landen was om de Joodse staat te vernietigen. In plaats daarvan wist Israel de oorlog te overleven. Tijdens die oorlog kreeg Israel militaire controle over Judea en Samara (Westelijke Jordaanoever) en de Gazaztrook, die daarvóór respectievelijk onderdeel waren van Jordanie en Egypte.
Het hele rapport kunt u hier lezen