De Tree of Life synagoge in Pittsburgh, waar op 27 oktober een bloedige terreuraanslag op werd gepleegd, heeft een Nederlandse grondslag. Elf mensen kwamen om en zeven personen raakten gewond toen Robert Bowers in het gebouw het vuur opende op de aanwezige deelnemers aan de sjabbatochtenddienst. Deze grootste terreuraanval op de joodse gemeenschap in de Verenigde Staten had een gemeenschap tot doelwit die ooit door Nederlanders is gesticht.
Dat New York eerst Nieuw Amsterdam heette en dat topografische namen in New York zoals Brooklyn, Harlem, Midwood, Utrecht Avenue en Amsterdam Avenue een Nederlandse oorsprong hebben, is bij veel mensen wel bekend. Minder bekend is het grote aandeel van Nederlandse Joden in de migratie naar de Verenigde Staten tussen 1800 en 1880. Nederlandse Joden kozen domicilie in steden als New York, Boston, Philadelphia en Baltimore. In de eerste drie plaatsen leidde het zelfs tot de oprichting van eigen synagogen. Deze Nederlandse immigranten beoogden in eigen sjoels hun diensten te houden volgens de Amsterdamse minhag. Het waren de verst van de Nederlandse rijksgrenzen verwijderde bedehuizen waar de Hollandse traditie in ere werd gehouden.
Dichter bij huis waren er Hollandse sjoels in Antwerpen en Londen, die overigens allebei nog bestaan maar niet meer Minhag Amsterdam volgen.
De Sandy Row synagogue in Londens East End is door Nederlanders in 1854 opgericht. Nadat Nederlandse immigranten de sjoel hadden opgericht, waren het later andere, Russische en Litouwse, immigranten die de sjoel in leven hielden en hun gebruiken in de plaats stelden van de ‘Hollandse minneg’. Totdat de Joden wegtrokken naar Ilford of Noord-Londense wijken als Golders Green en Hendon en de sjoel bijna moest sluiten. Maar dankzij zakenlieden die er doordeweeks hun middaggebed komen zeggen, is Sandy Row ook na 160 jaar nog steeds open. De sjoel leeft zelfs weer op doordat Joden zich weer in de East End vestigen. En dus is er ook om de week op sjabbat dienst.
Terwijl de Nederlanders in Boston, New York en Philadelphia erin slaagden om eigen sjoels op te richten, sloten ze zich in plaatsen als Baltimore, New Orleans, Buffalo, Detroit en Pittsburgh aan bij door Duitsers opgerichte sjoels. In Baltimore was in 1829 eenderde van de sjoelleden Nederlands.
In 1870 waren er duizend joden in Pittsburgh, tien procent ervan was Nederlands. Ze waren lid van Rodef Shalom maar beëindigden in 1864 hun lidmaatschap toen Rodef Shalom van kleur veranderde en reform werd. Met uit Polen en Litouwen afkomstige immigranten stichtten de Hollanders vervolgens een nieuwe sjoel: Etz Hayyim. Mogelijk werden ze bij het kiezen van een naam voor hun sjoel geïnspireerd door de naam van het Amsterdamse Beth Hamidrasj Ets Chajim dat in het hart van de Jodenbuurt, aan de Rapenburgerstraat, was gevestigd. Bijna twintig jaar later, in 1883, veranderde de naam van de congregation. Het Hebreeuwse Etz Hayyim werd ingeruild voor de Engelse vertaling ervan, Tree of Life. Langzamerhand veranderde het karakter van de synagogegemeenschap en in 1916 werd Tree of Life conservative. In 2010 fuseerde Tree of Life met Or L’Simcha.
Ruben Vis is algemeen secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, de overkoepelende organisatie van Joodse Gemeenten in Nederland.
Voor meer over Nederlands-Joodse immigranten in de Verenigde Staten in de 19e eeuw: Robert P. Swierenga, Dutch Jewish Immigration and Religious Life in the Nineteenth Century (American Jewish History, Vol. 80-1, 1990); The Forerunners, Dutch Jewry in the North American Diaspora).