De oorverdovende stilte van de zijde van de Partij van de Arbeid als het aankomt op het veroordelen van Labour-leider Jeremy Corbyn is uiterst zorgelijk. Vooraanstaande persoonlijkheden in het Verenigd Koninkrijk distantieerden zich de laatste weken van hem en spraken zich in ferme bewoordingen uit over de walm van antisemitisme die hem omgeeft.
Dat de PvdA, één van de oudste politieke partijen in Nederland en ooit een voortrekker in de strijd tegen racisme en antisemitisme, zwijgt nu blijkt dat de partijleider van haar Britse zusterpartij wordt beheerst door antisemitische sentimenten, is “even onbegrijpelijk als schokkend”. Dat stelt het CJO, sinds 1998 het overkoepelend orgaan van Joods Nederland.
De PvdA laadt de verdenking op zich dat zij Corbyn niet dúrft te veroordelen, of – veel erger – hem niet wíl veroordelen. In beide gevallen is dat laf, maar vooral ook getuigend van gebrek aan lef, een mooi Amsterdams-Joods woord dat komt van het Hebreeuwse ‘lev’ – hart. Waar is het hart van de PvdA gebleven? Waarom spreekt het niet wanneer het kwade spook van antisemitisme binnendringt in de Britse zusterpartij?
Het Centraal Joods Overleg roept PvdA-leider Lodewijk Asscher op om vandaag nog publiekelijk afstand te nemen van Corbyn. Want, zoals de schriftgeleerde Hillel zei: “Als niet nu, wanneer dan wel?”
Voor antisemitisme mag simpelweg geen plaats meer zijn in Europa. Dat heeft de geschiedenis ons ook in Nederland wel geleerd. Een podium bieden aan en delen met leiders die de samenleving vergiftigen met antisemitisch gedachtegoed moet verleden tijd zijn, ook voor de PvdA.