De originele muntstukken uit het geldkistje van de in de oorlog vermoorde 19-jarige Duits-Joodse Peter Redlich zijn nagenoeg allemaal getraceerd, meldt Hanneloes Pen vandaag in Het Parool.
Het door een elektricien gevonden geldkistje met getuigschriften, een brief uit Mauthausen, een foto en geld zat zeventig jaar verstopt in een kruipruimte op de Stadionkade waar de familie Redlich in de oorlog woonde. Het museum sprak van ‘een spectaculaire vondst’.
De bewoonster vande Stadionkade had het kistje met de documenten aan het museum geschonken, maar bracht het aangetroffen geld naar een veiling. Het museum en het Amstelveense veilinghuis Corinphila, waar de munten in maart waren geveild, ondernamen een zoektocht naar de koper.
De Amsterdamse verzamelaar die de munten voor 220 euro had gekocht, was bereid deze aan het museum te verkopen.
Nathan Bouscher, directeur van Corinphila: “De koper wilde de munten direct afstaan. Hij kon ze moreel niet houden. De munten zagen er ineens anders uit, zei hij.” Uit een inventarisatielijst blijkt dat er 52 zilveren guldens, 2 zilveren rijksdaalders, 31 dubbeltjes en 16 kwartjes in Peters geldkistje zaten.