De Amsterdamse Cheiderschool is al in juli 2011 door een psychotherapeut gewaarschuwd voor „structurele problemen” met de veiligheid van leerlingen. De psychotherapeut zocht contact met het schoolbestuur omdat hij verhalen had gehoord over „agressie, seksualiteit en de combinatie daarvan”. Binnen zijn beroepsgroep zou het Cheider bekend staan „als een onveilige school voor kinderen”. Dat staat in een briefwisseling, in handen van NRC, tussen de psychotherapeut en de orthodox-joodse school.
De correspondentie werpt nieuw licht op de situatie op het Cheider ten tijde van het mogelijke misbruik van leerlingen door een toenmalige leraar, Ephraim S. Afgelopen donderdag is de zaak voor de rechter gekomen. Het Openbaar Ministerie verdenkt S. ervan tussen januari 2011 en juni 2012 ontucht te hebben gepleegd met ten minste zes kinderen van zes tot en met dertien jaar. Het misbruik zou hebben gevarieerd van het masseren van genitaliën tot orale seks en anale penetratie. De verdachte – die onlangs door Israël is uitgeleverd aan Nedeland – maakt gebruik van zijn zwijgrecht.
De verdachte en zijn advocaat Geert-Jan Knoops waren afgelopen week opmerkelijk genoeg niet aanwezig tijdens de behandeling van de zaak door de rechtbank Amsterdam. Wel hebben ze bij de rechtbank aangegeven aanvullende onderzoekswensen te hebben, voordat de zaak inhoudelijk behandeld kan worden op zitting. Een van die wensen is een verhoor van Ephraim S. zelf.
De ouders van de slachtoffers hebben aangegeven erkenning van de daden door de oud-leraar belangrijk te vinden voor het verwerkingsproces van de families.