Tegenwoordig komen we om in de foodtrucks, maar rondtrekken met een karretje vol eten is niet per se nieuw – ‘venten’ is in Nederland sinds 1850 namelijk al een ding.
Gepofte kastanjes, paling, verse aal en Berlinerbollen werden allemaal op straat verkocht, net als zure uien en augurken vanuit de typisch Amsterdamse zuurkarren. Joodse handelsmannen van vijf verschillende families verkochten het zuur allemaal vanuit hun eigen wijk; door weer en wind trokken ze door de stad met hun ‘uitjes in de wijvenzeik’. Venten doen ze al lang niet meer; de verkoop gebeurt tegenwoordig vanuit de winkel in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Vandaag de dag doet één van die families nog steeds zaken: familie De Leeuw. Het typisch Amsterdamse zuur wordt al 165 jaar op dezelfde manier gemaakt.
Al sinds 1850 staat de familie de Leeuw bekend om haar zuurinleggerij, waar uniek Amsterdams Jiddisch zuur wordt gemaakt. Gele komkommers, pekelaugurken, Amsterdamse uitjes, zure haringen en nog veel meer sieren het kleine winkeltje aan het begin van de Vrijheidslaan in de Rivierenbuurt. Deze Joodse lekkernijen trekken al vier generaties mensen uit de stad en ver daarbuiten.
Bron: Vice