Afgelopen zondagmiddag 9 juni zijn in de sjoel in Bussum en in de sjoel in Amsterdam-West Tora-rollen ingewijd. Voor zover bekend voor het eerst dat een dergelijke ceremonie op één dag op twee verschillende plaatsen tegelijkertijd heeft plaatsgevonden.
De Tora-rol in Amsterdam-West betrof een her-inwijding. De Tora-rol was ongeschikt geworden om nog langer te gebruiken en is na te zijn hersteld op feestelijke wijze ingehaald. Bij de her-inwijding in Sjoel West zei rabbijn R. Evers:
Een Sefer Tora, een Tora-rol is ons transportabele vaderland gebleken tijdens onze trektocht door dit bittere en moeizame galoet, ballingschap. De dorre woestijn in de Tora symboliseert de geestelijke en spirituele woestijn waarin wij de afgelopen 2000 jaar hebben geleefd. Maar dankzij de Tora hebben wij het overleefd. Zodra een Joods kind Bar-mitswa wordt, is zijn eerste stap een richting de Tora: hij zegt er een beracha, een zegenspreuk over en lajent er uit voor, voor de gemeenschap.
In Bussum werd het sefer Tora afgeschreven en in gebruik genomen in aanwezigheid van opperrabbijn Jacobs. Voorafgaand aan zijn toespraak zei Paul Joseph, voorzitter van de Joodse Gemeente Bussum:
Wij mensen, wij weten wat sterfelijkheid is, maar de Tora kent dat niet. Zij wordt door ons van generatie tot generatie doorgegeven. Daarom worden wij ook wel genoemd “het volk van het boek”; het is ons morele ijkpunt en van onvergankelijke waarde. Gelijk de mens slijt echter ook de Tora met het klimmen der jaren. Een aantal van onze andere Sifre Tora vertoont inderdaad door het jarenlange gebruik de sporen daarvan. Jeugdig elan en gaafheid komt ons Aron Hakodesh versterken. Met vreugde zongen wij Baruch Haba bij haar intrede. Dit, ons geschonken, kleinood, zal ons week in week uit er aan herinneren dat een levende kehilla alleen maar mogelijk is door de inzet en toewijding van haar leden. Moge de liefde en toewijding waarmee deze rol is geschreven, aangekleed en versierd, voor ons allen een teken zijn dat wij verantwoordelijkheid dragen. Verantwoordelijkheid jegens onze naasten en verantwoordelijkheid jegens de gemeenschap waarin wij ons leven vorm geven. Daarom ook vervult deze gave ons met grote blijdschap.
In zijn toespraak ging opperrabbijn Jacobs in op de nagedachtenis aan wie deze nieuwe Tora-rol is opgedragen:
De inwijding van deze nieuwe Thora is feestelijk, maar als we iets dieper kijken, is het een keiharde confrontatie met de gruwelijke Sjoa. Deze Thora is geschreven ter nagedachtenis aan de ouders van Emmy en Hanny. Emmy en Hanny hebben hun ouders nooit gekend. Ouders die zo graag hun kinderen hadden willen grootbrengen. Wat is er gebeurd met de zes miljoen die vermoord zijn omdat ze Joden waren? En hoe reageer ik hierop? Am Jisraeel Chaj – het Joodse Volk leeft en overleeft! We zijn verspreid over de gehele wereld. Alle talen leerden we spreken. Onze kledij hebben we aangepast aan de ons omringende cultuur. Eeuwenlang werden en worden we vervolgd. En toch bestaan we. Omdat we onszelf vastklampten aan de Tora, het geheim van onze existentie, het enige dat steeds bij ons is gebleven, door de eeuwen heen. En toen gingen we op zoek naar de Joodse datum waarop Sjlomo ben Jaäcov Alexander en Rachel bat Jitschak vermoord werden. Het bleek Rosj Chodesj Tammoez te zijn, vandaag precies 70 jaar geleden. Vanuit de Hogere regionen, van dicht bij Hakadosj Baroech Hoe, kijken zij beiden naar beneden en zien met dankbaarheid en vreugde dat hier in aanwezigheid van hun twee dochters, kleinkinderen en achterkleinkinderen met zang en dans deze Thora, hun Thora, werd binnengebracht op de dag van hun jaartijd!
Bron: NIK