The benefit of the doubt?

Uit het dagboek van een vredestichtertje. Afl. 92
Veel van onze tegenstanders, en sommigen die het wel in principe met de vredesactivisten eens zijn maar de Palestijnen niet vertrouwen, vinden ons naief. Als antwoord daarop zeg ik dan dat ik nooit heb gepropageerd om ons leger af te schaffen en onze geweren om te smeden tot ploegscharen.

Het is meer vallen dan opstaan met onze vrede. En opeens is het weer druk. Woensdag een bijeenkomst van een nieuwe organisatie, ‘The Israël Regional Peace Movement’, met in haar vaandel het accepteren van het vredesplan van de Arabische Liga als basis voor verdere onderhandelingen. Dit in tegenstelling tot de gebruikelijke botte weigering van de Israëlische regering om er iets mee van doen te willen hebben. Zelfs het maken van niet-gemeende, vriendelijk koerende afwachtende geluiden is beter dan deze totale afsluiting van enig gesprek. Misschien hebben onze regeerders het te druk met het vullen van hun zakken op onze rekening, ofwel hun verweer voorbereiden tegen gerechtelijke vervolging voor oudere wandaden. De sprekers op die avond beloofden ons vrede op aarde, maar ook een sceptische toehoorder moet het Arabische initiatief tenminste ‘the benefit of the doubt’ geven, vind ik.

We mochten deze week getuigen zijn van de hernieuwde verovering van het niet zo lang geleden ontruimde Chomesh, waar de settlers de nogal belachelijke vertoning van een besnijdenis-ceremonie ensceneerden om zo het leger te ontmannen. Als er maar een godsdienstig tintje aan gegeven wordt, staat iedereen meteen in de houding. Het feit dat de moeder van het jongetje de hertrouwde weduwe was van een door Palestijnse terroristen vermoorde eerste echtgenoot gaf nog een extra dimensie aan deze krijgslist. Zo werd de weder-ontruiming van Chomesh een etmaal uitgesteld.

Ook in Hebron vordert de kolonisatie van het Heilige Land door het bevolken van een ‘geheel legaal’ gekocht gebouw door Joodse fanaten. Liefst midden tussen de lokale Palestijnen. Daar wilden we vrijdag gaan protesteren tegen deze nieuwe uiting van misplaatste expansiedrift. We hebben de beste herinneringen aan een vorig bezoek aan Hebron, en dus vertrokken we vol verwachting naar ons reisdoel. Verzamelen in Jeruzalem waar een autobus op ons kleine groepje wachtte, en zonder veel moeite allerlei controleposten gepasseerd. Wat wij niet zo goed hadden opgemerkt was dat een witte auto ons volgde. En iets voor Hebron kwam er ook opeens een politieauto voor ons rijden. Bij de afslag naar Kiryat Arba werden wij gewenkt om daar bij het hek stil te staan. Nog twee politieauto’s stonden ter plaatse paraat, zodat er meer agenten dan demonstranten aanwezig waren. Jullie weten het al: de politie leest alle interne e-mailtjes en weet precies wat de plannen zijn. Onze subversieve actie – solidariteit met de Palestijnen betonen in hun protest tegen nog meer Joodse kolonisten in hun midden – wordt door de autoriteiten niet op prijs gesteld. De politie meldde dat ‘voor onze eigen veiligheid’ ons de toegang tot Hebron werd ontzegd, omdat er relletjes dreigden. Hier is niets tegen te doen; vele nutteloze telefoontjes naar bevriende Knesseth-leden haalden niets uit. Leger en politie zijn de wet in de bezette gebiedsdelen, en deze functionarissen eten uit de hand van de settlers.

Mocht dit jullie bekend in de oren klinken, dan hebben jullie groot gelijk. Het komt herhaaldelijk voor en ook wij hebben hier niet zelden mee van doen gehad en er over gerapporteerd. Er gaat veel tijd in zitten in dit nutteloze gehang. Uiteindelijk besloten we weer terug te gaan naar Jeruzalem, en onderweg nog even een vreedzame demonstratie mee te maken tegen de afscheidingsmuur bij Efrata (iets ten zuiden van Bethlehem). De omgevende dorpen worden door de muur binne

Advertentie (4)