Lion wordt ondervraagd door een praatgrage vriendin: wat houden die Joodse feesten nu eigenlijk in, behalve dat er van alles niet gegeten wordt?
Op een donderdagavond zat ik samen met Zivka in mijn achtertuin te genieten van de laatste stralen lentezon van die dag. De zon was al aan het ondergaan, maar ondanks dat was het nog best lekker warm. We hadden er gezellig een flesje wijn bij opengetrokken en ik had een flinke schaal sjaronfruit voor ons neergezet, dat alsmaar slonk.
“Komende zondag is het Pasen. En orthodox Pasen… Lion, dat is niet niks! Dat is me toch een familieaangelegenheid…” zei ze, terwijl ze vermoeid met haar ogen rolde.
Zivka is een Utrechts product van twee Joegoslavische immigranten en is een bodemloze put van informatie.
Dit wil zeggen: je gooit er een kwartje in, vervolgens begint het te praten en het houdt pas op met ratelen als jij heel hard “STOP!” zegt of als zij een sms’je ontvangt.
“Wacht eens even. Jullie hadden rond deze tijd toch ook iets van feest?” vroeg ze.
“Ja dat klopt, het is nu Pesach,” antwoordde ik.
Toen ik op deze informatie haar wat schaapachtige blik ontwaarde, probeerde ik het met: “Israëlisch Pasen…?”
Hierop zag ik een gloeilampje opspringen en aanflitsen boven haar hoofd.
“Oh, dat ken ik wel!” antwoordde ze voor haar doen vrij helder. “Dan eten jullie toch die gekke ronde crackers met gaten d’r in?”
“Heel goed, dat zijn matzes.”
“Oh vandaar dat je keuken helemaal onder de kruimels zit, probeer je die gaten eruit te halen of zo? Die zou je dan kunnen eten samen met de gaten uit gatenkaas!”
Ze schaterde.
En ik kon niet ontkennen dat ze, ondanks haar beperkingen, af en toe best grappig kon zijn.
Dat van die keuken klopte overigens inderdaad. Sinds de eerste dag van Pesach is mijn hele keuken vrijwel verdwenen onder een laag matzekruimels. ’s Ochtends vroeg heb ik met mijn slaapdronken kop wat meer moeite met het doormidden breken van matzes, en aangezien zelfs de zwaarst belegde matze mijn knorrende maag niet tot zwijgen kan brengen, verstouw ik per ontbijt gemiddeld een heel pak Hollandia.
Zivka nipte even aan haar glas rode wijn en begon verder te vragen.
“Wat vieren jullie eigenlijk? Jullie hebben toch geen Jezus? Wat valt er dan te vieren?”
“Wij herdenken de uittocht uit Egypte, en daarom eten wij geen gerezen of gegiste producten tijdens de acht dagen van Pesach.”
Ze keek even op en zag waarschijnlijk alle producten aan haar ogen voorbijkomen die ik ook af had zien vallen tijdens de seideravond: bier, pizza, pasta, couscous, choemoes… Het blijft altijd moeilijk!
“Dus jullie herdenken en vieren een en ander door allerlei dingen niet te eten? Dat doen jullie wel erg vaak zeg!”
Zij kon zich nog herinneren dat ik vorig jaar tijdens Jom Kippoer even op school was geweest met een maag die gierde als een gitaarsolo van Santana.
Matzes zijn eigenlijk lastige dingen. Ze zijn droog, vullen voor geen meter en laten een behoorlijke troep achter in mijn kamer en keuken. Ook al maak ik een driedubbele matzensandwich van techina, kalkoensalami, kipfilet, verse tomaat en basilicum, ik blijf mij nog steeds afvragen waarom ik mijn tanden in zo’n krokant, nietszeggend plaatje karton heb gezet, in plaats van in een stevige bruine boterham. Maar elk jaar weer eet ik ze opnieuw. Waarom? Ach, het heeft ook wel wat. Zeker als mijn vader rond deze tijd van het jaar mijn ‘Pesachmandje’ langs komt brengen. Dit bestaat meestal uit kosjere wijn, wat matzemeel en een hoeveelheid matzes waarmee men