Israël viert zijn 59e onafhankelijkheidsdag in een sombere stemming: corruptie viert hoogtij, schandalen overal en het internationale prestige is op een dieptepunt. Onafhankelijkheidsdag is vanouds een gelegenheid voor zelfonderzoek en reflectie. Waar staat Israël en waar gaat het naartoe?
De plechtigheden van vandaag en gisteren (dodenherdenking) drukken de Israëliërs nog eens extra met de neus op de tekortkomingen van hun bestuurders. Niet president Moshe Katsav maar Knesset-voorzitster Dalia Itzik vertegenwoordigt er de staat. Katsav, verdacht van aanranding en seksuele intimidatie, heeft zichzelf op non-actief gesteld.
Ook het Israëlische kabinet geeft de politie handenvol werk. De afgetreden minister van Justitie, Chaim Ramon, vervult een taakstraf wegens wangedrag jegens een jonge vrouwelijke soldaat. Minister van Financiën Avraham Hirchson, die zichzelf zondag op non-actief stelde, zou miljoenen shekels hebben verduisterd. De politie onderzoekt tevens de financiële handel en wandel van Avigdor Lieberman, minister van ‘Strategische Zaken’. En van premier Ehud Olmert wil de politie onder meer weten of die een huis onder de prijs heeft gekocht, in ruil voor gunsten aan een aannemer.
Maar volgende week wordt het pas echt spannend, als de commissie-Winograd haar eerste rapport publiceert over ‘de Tweede Libanese Oorlog’. De verwachting is dat premier Olmert, minister van Defensie Amir Peretz, ex-stafchef Dan Halutz en vele anderen er flink van langs zullen krijgen.
Het chronische gebrek aan nationaal leiderschap is een terugkerend thema in de commentaren ter gelegenheid van onafhankelijkheidsdag. ,,Het zou aardig zijn als iemand ons eens zou kunnen vertellen waar het heen moet”, schrijft columnist Ben Kaspit in het dagblad Ma’ariv . Natuurlijk is het in Israël niet enkel kommer en kwel. De economie groeit harder dan die in welk Europees land ook. Israël exporteert voor zeventig miljard dollar per jaar. Er is geen inflatie en de ooit zwakke shekel is nu een keiharde munteenheid. De schaduwzijde is dat achttien procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft.
De Israëlische bevolking trekt op onafhankelijkheidsdag de natuur in. Auto’s rijden rond met blauwwitte vlaggen en de tv-programma’s brengen nationalistische liederen. Het is ook niet zo dat de Israëliërs massaal ongelukkig zijn. Zeventig procent verklaart zelfs het tegendeel. Dat is opmerkelijk in een land dat in de 59 jaar van zijn bestaan twaalf oorlogen heeft meegemaakt.
Bron: Nederlands Dablad