Jom HaShoah
Op 16 april werd in Israël de jaarlijkse Herinneringsdag van de Shoah gehouden. Ook de verschillende verenigingen die de vermoorde ‘Landsmannschaften’ (en de weinige overlevenden) vertegenwoordigen deden daaraan prominent mee.
Een obscure studentenorganisatie, in associatie met Uzi Dayan (een politieke figuur met een sociale agenda), had besloten op die dag in Jeruzalem een protestmars te organiseren. Het doel van deze mars was om onder de aandacht van het publiek te brengen dat er ongeveer 70,000 overlevenden van de Shoah in Israël onder de armoede-grens leven, of met dure medisch-psychische problemen te kampen hebben, of beide. Dat is ongeveer een kwart van het totaal van overlevenden in dit land. De Israëlische regering is niet erg toeschietelijk tegenover deze groep; een van de grote problemen is dat de bewijslast van causaliteit rust op de overlevende zelf, in tegenstelling tot de regeling in Nederland, waar de bewijslast – terecht – omgekeerd is, in die zin dat het uitvoerende orgaan van de wet, de W.U.V., moet waarmaken dat de doorgestane ellende onmogelijk de huidige ziektes en verschijnselen veroorzaakt kon hebben. De Israëlische terughoudendheid met het financiele tegemoetkomen van deze geteisterde groep is een betere zaak waardig. De regering wacht kalm af tot het merendeel van deze niet al te gezonde mensen op natuurlijke wijze dit probleem zelf oplost. Daar zitten goede kansen in; vandaag stond in de krant dat er per dag 130 Shoah-overlevenden sterven. Daar nam ik meteen mijn rekenmachientje bij, en als ik even aanneem dat de zieke en hongerige overlevenden de minste weerstand hebben dan kan de regering verwachten dat binnen anderhalf jaar dit netelige probleem niet meer bestaat.
De protestmars leek mij een loffelijk streven, waaraan al deze Shoah-gerichte verenigingen actief zouden moeten meedoen. Er was een zeer bescheiden vertegenwoordiging van de officiele Shoah-organen (die waren waarschijnlijk bij de officiele plechtigheden). Een aangename verrassing was dat deze manifestatie werd bijgewoond door wel duizend jeugdigen, studenten, leden van jeugdverenigingen en padvinders. Ook de nieuwe minister, verantwoordelijk voor welvaart, nam deel. Al met al een groot succes.
Er worden ook via de e-mail petities ondertekend door duizenden burgers om alsnog eindelijk de mooie beloften om te zetten in daden. Het onderwerp is nu duidelijk in het nieuws.
Dankzij veel werk van het Knesset-lid Colette Avital en o.a. Avraham Roet, zit er toch mogelijk enig schot zit in de restitutie van bezit van slachtoffers van de Shoah (zonder nabestaanden), waar Israëlische instanties nog steeds op zitten. Als deze gelden eindelijk los komen, zullen die in eerste instantie ten goede komen aan de verschillende organisaties en nooddruftige overlevenden.
Een verwant probleem zijn de bevroren beleggingen door Zionistische buitenlanders in het mandataire Palestina van destijds. De weinige nu nog bestaande wettige erfgenamen van deze investeerders zullen nog wel even moeten wachten voor ze een rooie cent zien.
Eldad Kisch; april 2007