Joods.nl in gesprek met Emma Meijler over het Spielberg project

Op woensdag 24 oktober wordt voor het eerst het Nederlandse deel van de Shoah Foundation Visual History Collection getoond. Ruim 1000 verhalen, afkomstig van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland woonden, zijn nu opgenomen in de collectie van het Joods Historisch Museum en ontsloten voor het publiek.

In 1994, nadat Steven Spielberg de film Schindler?s List had opgenomen, heeft hij de Survivors of the Shoah Visual Foundation opgericht. Het doel van de stichting was om de ervaringen van mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt op te nemen op video. Omdat veel van de overlevenden indertijd al een hoge leeftijd bereikt hadden, moest de stichting dat doel met haast volbrengen.Emma Meijler, die als interviewer heeft meegewerkt aan het project vertelt: ?de laatste persoon die ik geïnterviewd heb, was al heel ziek. Zij wist dat ze snel zou overlijden, maar zij wilde nog heel graag haar verhaal vertellen. Het was voor haar heel belangrijk dat alles op de video kwam.?Nu, zeven jaar en 51.000 video-interviews later, heeft de stichting een nieuwe doel geformuleerd: het verminderen van vooroordelen, intolerantie en onverdraagzaamheid, en het lijden dat daardoor veroorzaakt wordt, door het gebruik van de video-interviews in het onderwijs.Emma Meijler denkt dat het zin zal hebben om de banden voor dat doel te gebruiken: ?Ik denk dat zeker in heterogene samenlevingen het een functie kan vervullen. De interviews zijn heel indrukwekkend, en ik denk dat eigen ervaringen altijd meer beklijven dan een geschreven boekje.? Maar naar mijn idee was het het allerbelangrijkste dat mensen hun verhaal konden vertellen, en daar erkenning voor kregen. Veel mensen hebben ook met behulp van de videoband van zichzelf voor het eerst met hun kinderen gepraat. Net na de oorlog stonden veel mensen niet open voor alles wat er gebeurd was. Nu is dat veranderd, en dit project heeft daar aan bij gedragen.?De Nederlandse interviews zijn tussen 1995 en 1998 gehouden met joodse overlevenden, verzetsmensen, Jehova?s getuigen, voormalig politieke gevangenen, een homoseksuele overlevende en een Sinti en Roma overlevende. Het Joods Historisch Museum maakt, als eerste instelling ter wereld, een deel van de collectie toegankelijk voor het publiek met behulp van biografische zoeksleutels. Deze software geeft museumbezoekers de mogelijkheid op een gebruikersvriendelijke manier te zoeken in een tweetalige Database (Nederlands en Engels) met biografische gegevens van elke geïnterviewde.Op de vraag of zij ook gebruik zal gaan maken van de database, vertelt Emma: ?Voorlopig nog niet. Maar als er interviews gehouden zijn met mensen uit plaatsen waar mijn familie vandaan komt, dan ga ik die op een gegeven moment wel bekijken. Maar wel op een gerichte en rustige manier. Ik wil nu vooral met mijn eigen familie praten. Dat was ook eigenlijk de reden dat ik met het interviewen gestopt ben. Ik vond het heel zwaar en ik dacht op een gegeven moment: nu praat ik met anderen over hun oorlogservaringen, maar ik weet niet eens wat er met mijn eigen familie is gebeurd. Toen ben ik daarmee bezig gegaan en ben vragen gaan stellen aan mijn familieleden, dus op die manier heeft het een heel grote invloed gehad op mijn leven. Van mijn vader dacht ik altijd: misschien kan hij er niet tegen om erover te praten. Maar nu hij erover begonnen is, houdt hij er niet meer over op. Onze relatie is veel prettiger geworden. Daar heeft het project voor mij, en ik mag aannemen voor andere mensen, een steentje aan bijgedragen. En dat vind ik zó belangrijk, dat de rest van de doelen van de stichting voor mij bijzaak is.?

Advertentie (4)