Vis is voor zover bekend de enige kandidaat voor Provinciale Staten van Noord-Holland die een gastles gaf op een middelbare school. Allereerst vroeg Vis de leerlingen hoeveel verkiezingen er eigenlijk zijn. Zij kwamen tot vier en dat is ook zo, althans buiten Amsterdam en Rotterdam, waar ook nog deelraadsverkiezingen worden gehouden, en wanneer je de waterschapsverkiezingen buiten beschouwing laat. Op basis van de opsomming Deelraad, Gemeenteraad, Provinciale Staten, Tweede Kamer en Europees Parlement, legde Vis uit hoe besluitvorming tot stand komt. Bijvoorbeeld over ruimtelijke ordening. Wat wordt waar aangelegd? Waar blijft welke natuur in stand?
Zo bepaalt Europa aan de hand van de Habitat-richtlijn waar vogels bescherming genieten en er niet gebouwd mag worden. Dat begrepen de leerlingen. Vervolgens geeft de landelijke overheid aan waar globaal woningbouw moet komen en de provincie kleurt dat weer gedetailleerder in, op regioniveau. Het is uiteindelijk de gemeente of de deelraad die in een bestemmingsplan exact aangeven waar welk soort woningbouw komt.
Uiteraard werden de verschillende politieke partijen tegen het licht gehouden. Alle in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen werden opgenoemd. Er ontstond discussie tussen de 4e klasleerlingen toen de partijen in een hokje moesten worden geplaatst. Allereerst, wat zijn de hokjes? Liberaal en sociaal, zei er één. Ja maar ook progressief en conservatief, riep een ander. De VVD die is liberaal, dat was men met elkaar eens. En de PvdA is sociaal, ook duidelijk. Maar is de PVV liberaal of conservatief? Is de SP sociaal èn conservatief? Het bleek moeilijk om voor iedere partij één hokje te vinden.
Eén van de leerlingen kon feilloos uitleggen wat de rol van de provincie is. In de opsomming van verkiezingen staan de verkiezingen voor Provinciale Staten precies in het midden. Tussen enerzijds Deelraad en Gemeenteraad en anderzijds Tweede Kamer en Europarlement. En dat is ook de rol van de Staten. Namelijk, zo bevestigde Vis het antwoord van de leerlinge, het coördineren van gemeente-overstijgende voorzieningen zoals bibliotheken, ziekenhuizen, jeugdzorg en kunst en cultuur. Maar ook het stimuleren en beschermen van de regionale economie en natuur.
Ruben Vis gaf de noodzaak om een tweede zeesluis bij IJmuiden aan te leggen als voorbeeld. Iedereen komt wel op Schiphol, ervaart het vliegtuiglawaai en diverse kinderen kenden wel iemand die op Schiphol werkt. Maar de Amsterdamse haven is die andere motor achter de regionale economie. Minder zichtbaar maar ook goed voor duizenden banen. Eén leerling wist dat zonder Tweede Zeesluis de steeds groter wordende container- en cruiseschepen niet meer naar Amsterdam kunnen komen of naar de andere havens, Beverwijk, Zaanstad en IJmuiden, aan het Noordzeekanaal. Terwijl de provincie juist investeert in de havens en bijvoorbeeld in cultureel-toeristische voorzieningen als het Stedelijk Museum en de Hermitage aan de Amstel. Als de schepen er niet kunnen komen, komen er toeristen en geen containers en dat is slecht… voor de economie en voor de werkgelegenheid, vulde een van de goed luisterende leerlingen aan. Vis legde uit dat sommige partijen in de Staten voor de aanleg van de tweede sluis zijn, anderen vinden het niet nodig.
Vis vertelde hoe een besluit in Provinciale Staten tot stand komt. Met zijn les op Maimonides geeft