Lion gunt zichzelf een avondje stappen met Yaela en andere Semitische types. HIj ziet sterretjes, maar niet door de drank.
Voor veel studenten in Utrecht betekent het begrip ‘donderdagavond’ vooral stappen, laat thuiskomen en overmatige hoeveelheden bier tanken. Natuurlijk heb ik deze periode ook doorgemaakt in mijn eerste studiejaar. Ik kwam net op mijn achttiende in een vreemde stad terecht, ingeschreven bij de Hogeschool Utrecht, in een studentenhuis dichtbij het centrum en op de top van mijn hormonale crisis. Het laatste waar men dan aan denkt is studeren natuurlijk!
Die periode heb ik inmiddels wel achter de rug. Ik ben wat serieuzer geworden, krijg het inmiddels wat drukker met de studie en na het bezoeken van elke bar of club in de omgeving en na de fijnproeverij van elke alcoholische drank bekend bij de mensheid begint de behoefte aan nachtelijk vertier deels weg te ebben.
Afijn, al een paar weken achter elkaar zit ik met mijn ogen vastgelijmd aan het beeldscherm van mijn eigen Penthium, terwijl mijn vingers als tien razende veldmuizen op cafeïne over mijn toetsenbord heen en weer zoeven om de enorme berg verslagen voor mijn studie af te krijgen. Gelukkig was daar de afleiding.
Yaela, een Joodse vriendin uit Amsterdam, belde mij op voor een avondje stappen in Utrecht. Ik kon mijzelf wel een avondje vrij gunnen, dus ik kleedde me snel om, stapte op mijn fiets en twintig minuten later stapte ik een betrekkelijk rustige club binnen, waar ik met haar had afgesproken. Ik liep verder naar de bar en hoorde meteen een luide meisjesstem in accentloos Hebreeuws vanuit de andere hoek van de bar komen. Daar was Yaela dus, in gezelschap van een vijftal andere Semitische types. Ik voegde me bij het gezelschap, stelde me voor aan de rest en draaide me vervolgens richting barvrouw voor mijn eerste Heineken van die avond.
Anderhalve minuut en eenderde glas later hoorde ik de stem van Yaela rechts van mij: “Biertje al op?”
Ik ademde diep in, nam een flinke slok en antwoordde met een schuimkrans op mijn lippen: “Nu wel, ja.”
“Mooi,” ging ze verder. “Kun je Salsa dansen?”
Nou zijn er echt heel veel dingen die ik kan. Maar als er nou net een ding is waar ik volstrekt geen kaas van gegeten heb, dan is het wel Salsa.
Vanzelfsprekend antwoordde ik dus: “Salsa? Dat doe ik al jaaaaaaaaaaren!”
Zo bewogen wij ons met z’n tweeën in het midden op de dansvloer. Yaela, ervaren danseres en uiterst muzikaal, en ik, stijve hark van het eerste uur.
Opvallend gezelschap moeten wij bij elkaar toch zijn hier, dacht ik.
Zo verbaasde het mij dat Yaela en haar vrienden geen moeite deden de Davidssterretjes om hun nek te verbergen, iets dat ik zelf namelijk wel altijd in het openbaar doe. Ook viel het mij op dat een van Yaela’s vrienden zonder problemen de club binnen was komen lopen met een kippa op z’n hoofd en gezellig met de anderen z’n drankje stond weg te werken aan de bar.
“Krijgen we daar geen problemen mee?” vroeg ik voorzichtig aan Yaela, doelend op het standaard discovolk dat ik af en toe wel eens meemaak in bepaalde clubs.
“Nee joh!” zei ze geruststellend. “Komt wel goed, maak je maar geen zorgen.”
Ben ik misschien lichtelijk paranoïde? Of heb ik wellicht een overontwikkeld zesde zintuig?
Maar ja, ik ben dan ook op het platteland opgegroeid. Daar kan het absoluut voor problemen zorgen, als je zo expliciet met je Davidsster loopt te pronken. Bovendien heb ik talloze artikelen gelezen en forums bezocht over anti-Semitische uitlatingen wanneer iemand herkenbaar als Jood over straat gaat.
Dat schept toch een bepaalde perceptie van de realiteit. Ma