Acht jaar geleden begon Ken Gould met zingen in de LJG. Nu doet hij daar om de week een dienst op vrijdagavond en sjabbatochtend. Het zingen binnen deze gemeente bevalt hem zeer goed. ‘Het is echt een warme gemeente. Ik voel me er enorm thuis en dat was eigenlijk meteen al zo. Ik ken de gemeenteleden ook goed en ik kom er met plezier.’ Maar het zingen voor de gemeente is lang niet het enige wat Gould doet; hij is tenslotte een professional. ‘Ik kom oorspronkelijk uit Amerika, en daar kun je niet je brood verdienen als zanger. Hier kan dat wel.’
Gould zingt vooral klassieke stukken, maar ook af en toe muziek dicht tegen het genre ‘jazz’ aan. Over twee maanden gaat er een stuk van Gene Carl met Gould als zanger in première in het populaire ‘Bimhuis’ in Amsterdam. ‘Dat is toch wel redelijk jazzy hoor’, vertelt Gould. Hij heeft het goed voor elkaar. Hedendaagse composities worden vóór hem geschreven. Jeff Hamburg en René Samson zijn twee van deze componisten. Gould heeft met recht een vol programma.
Maar hij wil meer. Hij wil zich in de toekomst meer gaan bezighouden met het samenstellen van een mooi programma voor bruiloften die niet helemaal binnen de joodse traditionele stroming vallen. ‘Ik zie vaak genoeg om mij heen dat er mensen zijn die bijvoorbeeld met iemand van hetzelfde geslacht trouwen of met een niet jood het huwelijksbootje in stappen en het toch heel belangrijk vinden dat er stukken traditie terugkomen in de ceremonie. Ik denk dan ook dat ik dat goed met elkaar kan combineren. Dat moet men dan niet zien als halfslachtig, maar juist als een weerspiegeling van het aanstaande echtpaar en dat is uiteraard erg persoonlijk.’ Gould vertelt dat er in wezen veel flexibiliteit bestaat bij een huwelijk. ‘Het is van deze tijd.’
Zelf is Gould in 2002 getrouwd met een katholieke man. ‘Bij ons was de Joodse traditie minimaal aanwezig, maar we hebben wel degelijk een heel eigen ceremonie weten te maken, waarin de wensen van ons allebei waren vervuld. De markt zal uiteraard niet snel bestaan uit orthodoxe joden, maar zelf heb ik orthodoxe vrienden die gewoon accepteren dat dit de manier is zoals ik er over denk.’
Mede door zijn eigen homoseksualiteit is Gould erg begripvol ten opzichte van de verschillende wensen die zich bij een huwelijk aankondigen. ‘Er zijn mensen die niet begrijpen dat homoseksualiteit en jodendom samen gaan, maar voor mij is júist dat jodendom een bron van sterkte geweest in mijn eigen homoseksualiteit. Het heeft me geholpen, niet gehinderd. Anders zijn kan ook een trots zijn en zo heeft mijn positieve idee over mijn Joods zijn me geholpen bij het gevoel van homo zijn.’
Voorlopig heeft Gould veel andere leuke dingen op zijn programma staan. Zo mag onder zijn muzikale begeleiding een tentoonstelling worden geopend van Jan Kruis (tekenaar van Jan Jansen en de kinderen) in het Van Gogh museum in Amsterdam, die een nieuwe uitgave maakte van ‘Woutertje Pieterse’ van Multatuli als stripverhaal. Er is zelfs voor deze gelegenheid een speciaal stuk gecomponeerd op de teksten van deze beroemde Nederlandse schrijver. Het culturele sfeertje ligt Gould overduidelijk. Zijn partner is jarenlang museumdirecteur geweest van verschillende musea in Nederland waaronder Het Nederlands Stripmuseum in Groningen.
Ken Gould timmert na