De toekomst van het beroemde café Vink in Jeruzalem is onzeker.

De laatste tijd is het doodstil in café Vink in Jeruzalem, met name door de week. Er zijn avonden dat er geen enkel klant binnenkomt. Op zich is dat niets bijzonders in deze dagen van intifada en financiële moeilijkheden, echter het gaat hier om een beroemd café waar veel beroemdheden hun magen vulden.

Het café bestaat 70 jaar. In 1932 is het geopend door een Oostenrijks-Hongaarse jood, Moshe Vink. David Rotschild begon als ober en werd in 1946 collega eigenaar. Het duo was onafscheidelijk tot aan de dood van Rotschild in 1994.Het café ligt in het centrum van Jeruzalem, maar zodra je binnen bent vergeet je dat helemaal. Je hebt eerder het gevoel dat je in een Europese bar bent omstreeks het jaar 1950. Het café heeft 26 zitplaatsen en 12 plaatsen aan de bar. De w.c. heeft nog een ouderwetse trekbak met een koordje. Behoudendheid en professionalisme zijn de twee belangrijkste eigenschappen op deze plek. Donkere ramen, zware gordijnen ook in donkere kleuren maken het etablissement intiem. Aan de muren hangen schilderijen van Bergner, Aricha Stern en andere kunstenaars. Verder hangen aan de muur karaffen en glazen waarop aan de onderkant namen staan geschreven van de vaste klanten, die alleen uit hun eigen glas drinken. Op de bar staan zo´n 300 flessen geordend die al 50 jaar lang niet zijn verschoven. Met andere woorden een café vol nostalgie.Wie kwamen er zo al in het café? Martin Buber, Mark Chagall, Gunter Grass, John Steibeck, Zubin Metha, Golda Meir, Jitschak Rabin, Shimon Peres, Teddi Kolek, Paul Newman, Danny Kay en nog vele anderen. Ze kwamen niet alleen vanwege de heerlijke goulasjsoup en Wienerscnitzel maar ook om de speciale sfeer die er hing. Een discrete sfeer van nostalgie en mystiek. Iedereen weet dat wat daar binnen wordt gezegd geheim blijft.Het weekblad ‘Newsweek’ rangeerde café Vink als een van de 50 beste bars ter wereld, naast Harrisbar, de mythologische Venetiaanse bar.Ieder jaar in de maand september hangt er een bord buiten met de tekst ?in verband met renovatie zijn we gesloten?. De vaste klanten weten dan dat Rotschild op zijn jaarlijkse vakantie in Duitsland was. In werkelijkheid is het café de laatste keer geschilderd na de zesdaagse oorlog, laat staan dat men nog weet wanneer er gerenoveerd is.De behoudenheid is voor de klanten de reden om te komen, en tussen hen vind je ook oudere mensen van tachtig en negentig.De huidige veiligheidsituatie en ook de financiële moeilijke tijden hebben de huidige eigenaar aan het denken gezet. Hij overweegt of het nog waard is om op deze manier door te gaan. Hij denkt erover om de activiteiten te verminderen of om de zaak te verkopen. Volgens hem is het centrum van de stad dood. Na zevenen zijn de straten leeg, op Jom Kippoer zijn er meer mensen buiten. Het café heeft een verlies van 80-90%. Mensen zijn bang om naar het centrum te komen. De buitenlandse journalisten die vroeger altijd bij Vink kwamen zijn allemaal verdwenen. Ook zij zijn bang en zitten liever in oost-Jeruzalem want daar zijn geen ontploffingen.De eigenaar heeft genoeg aanbod van mensen die het café willen kopen maar hij wil dit liever niet. Hij is bang dat zijn beroemde café om wordt omgebouwd tot een modern restaurant of zelfs een kapper. Dat is wel het laatste wat de eigenaar wil.Ehud Ulmert heeft gezegd dat hij bereid is te helpen zodat het café niet hoeft te sluiten.Een van de vaste klanten vertelt dat in 1956, toen alle mannen aan het front vochten, de vrouwen zich verzamelden bij Vink. Rotschild sloot de zaak om 23.30 uur en bracht alle vrouwen naar huis, zodat zij niet in het donker alleen over straat hoefden.Regelmatig houdt Ronieth Ilsar de lezers van joods.nl op de hoogte van dagelijkse gebeurtenissen zoals die in Israëlische kranten verschijnen. Klein en groot leed wisselen elkaar daarbij af. Bovenstaand artikel is afkomstig uit de Ma’ariv van 18 augustus 2002

Advertentie (4)