Eldad vraagt zich af of het, in plaats van bomen te planten, niet zinvoller zou zijn om volkeren bij elkaar te brengen.
Lang niets gehoord? Na mijn vorige verslag ben ik toch wel even geschrokken nu ik aan den lijve heb ondervonden hoe het eraan toegaat in een rechtsstaat. Toch ben ik alweer – zonder schadelijke gevolgen – de Groene Lijn over geweest.
De bezette gebiedsdelen vallen niet onder de normale Israëlische wetgeving, en worden eerder beheerst door oekazes van de generaals die het daar voor het zeggen hebben. Ze worden nu nog minder gecontroleerd dan gewoonlijk, vooral nu de chef van de generale staf druk is met aftreden (dat is ondertussen ook gelukt).
Afgelopen week-einde stonden wij al gereed om te protesteren tegen het nieuwe plan, ontsproten aan een vruchtbaar leger-brein, om te verbieden aan Palestijnen om mee te rijden in Israëlische auto’s. Ruikt naar apartheid? Inderdaad.
Wij, vredesactivisten, zouden in een lang convooi uitrijden om Palestijnen mee te nemen in onze auto’s en zo triomfantelijk laten zien dat we tegen dit plan zijn. Op het laaste moment bleek dat het infame bevel nog niet officieel was uitgevaardigd, en om niet op de zaken vooruit te lopen en te protesteren op de voorhand, moest onze optocht dus inderhaast afgeblazen worden.
(Ik moest bij deze actie een beetje denken aan de padvinder die het oude dametje de straat over helpt, of ze wil of niet).
Wij vieren hier nu het nieuwjaarfeest van de bomen. Terwijl jullie daar zitten te rillen, proberen de eerste amandelbomen al in bloei te raken. Traditioneel worden op dit feest bomen geplant. Hoe beter de volkeren bijelkaar te brengen in deze woelige buurt dan samen bomen te planten. Vooral daar waar in naam van de vooruitgang – dat is bij ons de gestadig voortschrijdende bouw van de muur, die ons veiligheid moet gaan verschaffen, of uitbreiding van nederzettingen, of illegale, diefachtige expansiedrift van de settlers, of gewoon vandalisme – boomgaarden van Palestijnen zijn ontworteld en opgeruimd.
Het was zelfs een droge dag tussen de regens in. Duizend olijfbomen-stekjes werden door Joodse vrijwilligers en Palestijnse landbouwers geplant. (Bij eenzelfde actie vorig jaar waren de stekjes al binnen 24 uur verwijderd door de naburige settlers).
Een rabbijn, de heer Melchior, kwam ook even kijken bij het werk. Nee, geen nood, het was geen echte orthodoxe rabbijn (hij noemt zichzelf modern-orthodox); die vrome rabbijnen zie je niet bij dit soort vredelievende samenwerking. Hij zegende ons zelfs na afloop. Dat is dan weer mooi meegenomen.
©Eldad Kisch 2006.
Eldad Kisch woont al meer dan veertig jaar in Israël. “Destijds was ik flink zionistisch, nu ben ik wat gelouterd,” omschrijft hij zichzelf. “Ik bekijk de gebeurtenissen in onze streken met bezorgdheid, vooral waar onze menselijke en ethische waarden steeds meer inkrimpen.”