Niemand van de droomuitleggers kon Par’o uitleggen wat zijn droom betekende. Toen de opperschenker hoorde wat Par’o aan zijn raadslieden vroeg, kwam hij eerbiedig naar voren. "Weet U nog dat U een hele tijd geleden boos was op uw dienaren? Toen hebt U mij samen met de opperbakker in de gevangenis laten opsluiten. Op een nacht hadden wij allebei een droom. Het waren verschillende dromen. Daar in de gevangenis was ook een Hebreeuwse jongen, een slaaf van het hoofd van de gevangenis. Die jongen kon ons de betekenis van de dromen uitleggen. Alles wat hij voorspelde is precies zo uitgekomen. Ik mocht weer terug komen aan het hof, en de opperbakker hebt U laten ophangen."
Par’o stuurde meteen bericht naar de gevangenis dat die Hebreeuwse slaaf waar de opperschenker over had verteld, naar het paleis moest worden gebracht.
Joseef waste zich, schoor zich en trok schone kleren aan, want als je bij de koning moet komen moet je er netjes uitzien.
De koning van Egypte zei tegen Joseef: "Ik heb een droom gehad, maar niemand kan hem uitleggen. Ik heb gehoord dat jij dromen kunt verklaren." "Ik kan dat niet," antwoordde Joseef, "alleen als G’d mij helpt zal ik Par’o een antwoord kunnen geven."
Par’o begon zijn droom te vertellen aan Joseef: "In mijn droom stond ik aan de oever van de rivier. Er kwamen zomaar zeven koeien uit de rivier omhoog. Dik en volgegeten waren die koeien, en ze gingen grazen in het gras langs de oever van de rivier. Toen kwamen er nog zeven koeien uit de rivier naar boven. Zeven lelijke, magere koeien, zo lelijk heb ik ze in heel Egypte nog nooit gezien. Maar nou komt het onverklaarbare, dat wat ik niet kan begrijpen: die zeven lelijke, magere koeien aten de zeven mooie en gezonde koeien op, met huid en haar! Maar de leijke magere koeien werden geen grammetje zwaarder! Ze bleven net zo mager als daarvoor! Toen werd ik eventjes wakker. Ik sliep bijna meteen weer in en had weer een droom. Nu zag ik zeven korenaren die uit een halm groeiden. Ze waren mooi en zaten vol dikke graankorrels. Toen zag ik opeens nog eens zeven korenaren groeien, maar die waren dun en lelijk en verdroogd. En die zeven armetierige korenaren aten die mooie volle korenaren helemaal op. Ik heb alles wat ik heb gedroomd ook verteld aan mijn hofadviseurs, maar niemand mij uitleggen wat die dromen betekenen."
Joseef zei tegen Pa’ro: "Uw twee dromen horen bij elkaar, Par’o. G’d heeft U in een droom laten zien wat Hij van plan is. Er komen zeven jaren van grote overvloed in het land Egypte, dan zal er voor iedereen meer dan genoeg te eten zijn. Meteen daarna komen er zeven jaren van hongersnood. Overal in het land zal honger heersen, en al het eten uit de tijd dat er genoeg was voor iedereen, zal worden opgegeten, tot er niets meer over is. De mensen zullen zo’n honger hebben dat ze zich niet eens de tijd herinner