Op Paradise Now van de Nederlandse filmmaker Hani Abu-Assad kwam uit vele hoeken kritiek: de film zou aanslagen goedpraten en sympathie willen wekken voor zelfmoordterroristen. De film ‘Suicide Killers’ van Rehov draagt als ondertitel ‘Paradise is Hell’, een scherpe verwijzing naar de naam van Abu-Assads productie. Net als zijn Nederlandse collega wil Rehov aan het publiek tonen wat de pleger van een zelfmoordaanslag drijft, maar hij probeert hierbij allerminst sympathie op te wekken. Al eerder reageerde Rehov met een documentaire bij wijze van weerwoord op een eerdere film: in 2003 maakte hij ‘Jenin, Jenin, Jenin. The Road to Jenin’ als reactie op ‘Jenin, Jenin’, van de Israëlische filmmaker Mohammed Bakri. Bakri bracht de belegering van Jenin in 2002 als een wrede slachtpartij; Rehov betoogde in zijn film dat de strijd om Jenin juist een goed voorbereide triomf voor de Palestijnen was.
In tegenstelling tot ‘Paradise Now’ en andere producties concludeert Rehov niet dat de bezetting en het leed van het Palestijnse volk ten grondslag ligt aan het verlangen Israëlische burgers op te blazen. Volgens hem komt de moordlustigheid voort uit gekrenkte trots, religieus fanatisme en sexuele frustratie. Elke geïnterviewde Palestijn benadrukt dat hij zijn daad voor Allah wilde plegen. Volgens Rehov, die zich baseert op theorieën van experts, kunnen moslims het niet verkroppen dat de Joodse staat Israël de sterkste is in de regio, nadat Joden eeuwenlang onderworpen waren aan de moslims. Tot slot betoogt Rehov dat in de islamitische samenleving zo krampachtig met sexualiteit wordt omgegaan dat bij vele Palestijnse mannen een obsessie ontstaat voor het idee dat een aanslag beloond zou worden met 72 maagden in het paradijs.
‘Suicide Killers. Paradise is Hell’ is al vertoond op enkele festivals en zal begin volgend jaar voor een breed publiek te zien zijn.
Door Daniëlle van den Bos