Directrice mevrouw Noor van den Bergh ontving de CDA-kandidaat hartelijk. Een joods verzorgingshuis hoort tot de groep ‘huizen met een bijzondere functie’, zo vertelde zij, zoals ook bijvoorbeeld huizen voor doven, blinden, kloosterhuizen, en het huis voor Indische Nederlanders. Huizen met een landelijk opnamebeleid, die door hun specifieke functie nu nog extra subsidiegelden ontvangen. In het geval van het Mr. Visserhuis bijvoorbeeld voor maatschappelijk werk, kosher eten, beveiliging en ontbrekende mantelzorg.
Omdat het Mr. Visserhuis een synagoge heeft, dient extra te worden geïnvesteerd in beveiliging. Kosher eten is voorts veel duurder dan niet koster eten. Voorbeelden van kosten die lang niet altijd te herleiden zijn naar individuele bewoners. Maar aangezien in de toekomst de subsidiestromen alleen nog maar persoonsgebonden zullen worden verstrekt, wordt hier een groot probleem voorzien.
Daarnaast heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat de zorgzwaarte voor de joodse overlevende van de Tweede Wereldoorlog groter is dan gemiddeld. Met de levensverwachting die men heeft, gaat men in het Mr. Visserhuis er vanuit dat er nog zeker 20 jaar sprake zal zijn van specifieke opvang van joodse ouderen. In het verlengde van dit probleem ligt het gegeven dat het indicatieorgaan CIZ weinig of niet bekend is met de specifieke problematiek.
Het werkbezoek heeft bij Marjolein Hak duidelijk gemaakt dat de Tweede Kamer zich voor de bekostiging van de indicaties voor bewoners van de groep ’huizen met een bijzondere functie’ moet bezinnen op deze informatie. Ook is een opleiding belangrijk voor indicatiestellers waarbij de overheid de eindtermen heeft vastgesteld.
Tenslotte werd er nog gepraat over het belang van een (nieuwe) koepelorganisatie voor de ‘huizen met een bijzondere functie’, kansen vanuit de WMO en kansen die de maatschappelijke stage biedt in het werven van nieuwe vrijwilligers. Ook de nieuwbouw van het Mr. Visserhuis kwam aan bod.