“Het ware probleem heet Arafat”

"Als de gebeurtenissen sinds de Camp David-top één ding hebben aangetoond, is het dat het voornaamste obstakel voor vrede een naam heeft: Jasser Arafat," vindt Robin Doeswijk, een niet-joodse Nederlander.

Nadat op 14 februari een Palestijnse buschauffeur in Israëlische dienst een bloedbad aanrichtte onder wachtende buspassagiers en lifters bij Azoer en de hele wereld al kennis had kunnen nemen van de exacte toedracht van de aanslag, verklaarde de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit doodleuk dat het om een ?verkeersongeluk? ging.Arafats even tragische als lachwekkende uitspraak was geen vergissing. Het was veeleer een triest dieptepunt in een lange reeks van verbale wandaden. Hiertoe behoren onder meer zijn recente, volstrekt ongefundeerde aantijgingen dat Israël ?radioactieve kogels? en zelfs ?zenuwgas? had gebruikt tegenover Arafats (vanzelfsprekend immer onschuldige) onderdanen. Erger nog dan zijn dagelijkse portie opruiende taal, zijn Arafats reacties ? of het gebrek eraan ? op de talrijke kleinere en grotere aanslagen die in het kader van de El Aqsa Intifada tegen Israëli?s worden gepleegd. Negen van de tien keer verzuimt hij de terreurdaden te veroordelen of keurt hij ze, direct of indirect, ronduit goed.Veelzeggend was ook de wijze waarop Arafat zijn Israëlische vredespartner Sjimon Peres voor schut zette tijdens een gezamenlijk optreden bij het economisch wereldforum in Davos. Daags na afloop van de vredesbesprekingen in Taba, die juist hadden aangetoond dat constructief overleg tussen Israëli?s en Palestijnen nog altijd mogelijk is, betichtte Arafat de Israëli?s in een haatdragende toespraak van ?fascistische? praktijken. De tegenwerping van Peres ? die mede-Nobelprijswinnaar Arafat sinds de Oslo-akkoorden regelmatig had verdedigd tegenover het sceptische Israëlische publiek ? dat hij ?verwachtte gekomen te zijn voor een bruiloft, niet voor een scheiding?, was niet aan Arafat besteed.Ondanks Arafats van haat doordrenkte anti-Israëlische retoriek, zijn (gedoog)steun voor terreur, de aanwezigheid van talrijke misdadigers in zijn persoonlijke entourage en de wijdverbreide corruptie binnen zijn volstrekt ondemocratische bestuursapparaat, lijkt Europa zich nog altijd graag te laten verleiden door Arafats pose van vredesstichter ? ook al bewaart hij zijn ?peace of the brave?-repertoire (uitsluitend verkrijgbaar in het Engels!) nog slechts voor zijn westerse toehoorders. Zelfs na Arafats interpretatie van het Azoer-drama als een ?verkeersongeluk?, toonde de Europese Unie zich niet te beroerd om hem een hart onder de riem te steken. Dat is tenminste de uitleg die zowel Palestijnen als Israëli?s geven aan de oproep van EU-gezant Terje Roed-Larsen om de Palestijnse Autoriteit met spoed financiële steun te verlenen, om het totale bankroet van het (wan)bestuur in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever te voorkomen.Roed-Larsen vertegenwoordigt dezelfde Europese landen die er normaal gesproken als de kippen bij zijn om de hulpkraan dicht te draaien zodra corrupte of dictatoriale regimes zich misdragen, waar dan ook ter wereld. Landen ook die niet aarzelden Israël scherp te veroordelen toen het onlangs een gevechtshelikopter inzette om een actieve Palestijnse terrorist (tevens lijfwacht en vertrouweling van Arafat) uit te schakelen. Vreemd genoeg ontbrak iedere kritische noot aan het adres van Arafat, die voor een aspirant-staatshoofd toch wel iets scrupuleuzer zou mogen zijn in de keuze van zijn naaste medewerkers.Niet dat Israël van kritiek gevrijwaard hoeft te blijven. De Israëlische anti-terreurmethoden verdienen inderdaad niet altijd de schoonheidsprijs, zoals er veel aan te merken is op de Israëlische behandeling van de Palestijnen in het algemeen, en op de voortdurende bezetting van Palestijns grondgebied in het bijzonder. Het tragische is dat nog maar kort geleden meer Israëli?s dan ooit bereid waren tot vergaande concessies aan de Palestijnen. Meer Israëli?s dan

Advertentie (4)