Op internet groeit het aantal sites waar antisemitische opmerkingen te lezen zijn. Volgens de Anne Frank Stichting is het een teken van weer oplaaiende haat tegen joden.
Na de aanslagen van 11 september 2001 op het World Trade Center verspreidde zich razendsnel het gerucht dat vierduizend joden de volgende dag niet naar hun werk waren gegaan. Na de ramp met het ruimteveer Columbia was op vele internet-sites te lezen dat de joden er schuld aan hadden. Op Marokko.nl, een Nederlandstalige site, stond te lezen dat de joden de media beheersen en dat ze de moslims tot hun grootste vijand hebben gemaakt.
Het zijn verontrustende signalen, vindt de Anne Frank Stichting. Al lijkt het in Nederland nog mee te vallen, de stichting denkt dat er meer aan de hand is dan opstandige jongeren die op internet schrijven en soms op straat roepen dat alle joden dood moeten.
De stichting hield in 2002 een internationale conferentie over de oorzaken en gevolgen van het nieuwe antisemitisme.
"Er zijn helemaal geen joden nodig voor een nieuwe golf van anti-semitisme," zegt Juliane Wetzel. Ze is onderzoeker en wetenschappelijk medewerker van het centrum voor anti-semitisch onderzoek van de universiteit van Berlijn en een van de sprekers op de conferentie. Volgens haar zal er altijd jodenhaat zijn, de ene periode heviger dan de andere.
Lichte slaper
"Anti-semitisme is een lichte slaper. Er is weinig voor nodig om het wakker te krijgen." Met andere woorden, het klassieke anti-semitisme, gekenmerkt door stereotypen over joden, is nooit verdwenen. Na de Tweede Wereldoorlog leek het in West-Europa ‘voorbehouden’ aan extreem-rechts, nu is er een nieuwe groep bijgekomen die zich vooral manifesteert via internet.
Dat is een gevaarlijk element, omdat via dat medium alles verspreid kan worden zonder dat er controle op de feiten is. "Hoe pervers, vergiftigend en gevaarlijk het ook is, alles kan en het wordt niet zelden nog serieus genomen ook."
Wetzel constateert dat vooral jonge moslims geen oren meer hebben naar verhalen over de jodenvervolging uit de Tweede Wereldoorlog. Zij zien op televisie hoe Israëlische soldaten Palestijnse gebieden invallen. Voor hen is dat even erg, zo niet erger dan wat de Nazi’s deden. En voor hen zijn Israël en alle joden ter wereld één pot nat. Wetzel meent dat het anti- semitisme vaak verkleed gaat als anti-zionisme, maar dat er hoe dan ook sprake is van demonisering van Israël.
Ze wijst op de rol van zowel politici als burgers die zich inzetten voor de Palestijnse zaak. De standpunten die ze verkondigen maken dat de traditionele retoriek over joden meer geaccepteerd wordt. Zonder Gretta Duisenberg bij naam te noemen, vindt Wetzel het angstig dat tegenwoordig juist in intellectuele- en societykringen dit soort vooroordelen openlijk worden uitgesproken. Dat duidt volgens haar op een acceptatie, bewust of onbewust. Gretta Duisenberg zei dat de bezetting door Israël van Palestijnse gebieden erger was de bezetting van de Nazi’s. Later zei ze overigens spijt te hebben van die uitspraak.
Doelwit
Juliane Wetzel en Tariq Ramadan menen dat alleen goede voorlichting uitkomst kan bieden. "Vertel om te beginnen de feiten. De holocaust is een feit, de staat Israël is een feit, de bezetting van Palestijnse gebieden is een feit. Maak daarnaast heel duidelijk dat niet alle joden de politiek van Sharon aanhangen en vertel tot wat voor gruwelen anti-semitisme in het verleden heeft geleid. Misschien kun je radicale islam -terroristen daarmee niet overtuigen, maar gewone opstandige moslim-pubers waarschijnlijk wel."
Bron: Rotterdams Dagblad.