Pityu

Smuel moest zijn vogel Pityu achterlaten in Hongarije, toen het gezin alija maakte. Een verhaal over een jongetje met een groot hart, waarin ruimte was voor vogels, kippen en karpers.

Smuel met zijn huidige vogelLater ontdekte ik dat een papagaai veel groter was en ook veel beter kon praten dan mijn Pityu die pas na heel veel training zijn eigen naam kon zeggen.Nu is het merkwaardig dat ik mij de uiterlijk van de vogel precies kan herinneren maar dat ik niet meer weet waar zijn kooitje stond. In de slaapkamer van mijn ouders, misschien? Uitgesloten, mijn vader zou dat nooit verdragen. In de woonkamer waar ik sliep ook zeker niet. Pityu kon alleen in de badkamer of in de keuken bivakkeren. En omdat het in de badkamer altijd heel koud was kan ik mij niet voorstellen dat ik zou accepteren dat mijn geliefde Pityu daar zijn domicilie zou hebben gehad.Er woonde wel een hele winter een karper in ons bad. Wij woonden pal tegenover de Garai Ter, waar een grote markt was. Tegenover ons was een kosjere slager Mijn oma bracht, gewaarschuwd door mijn bevliegingen, meestal een geslachte in plaats van een levende kip mee naar huis. Op een dag kwam mijn moeder thuis met een prachtige grote karper. De bedoeling was om de vis voor Sjabbat klaar te maken. Maar in de dagen voor Sjabbat werd ik verliefd op de karper. Ik verklaarde dat ik het huis uit zou vluchten als de vis als maaltijd zou worden opgediend. Nu had ik wat dit betreft veel krediet opgebouwd bij mijn ouders en geloofden zij mij op mijn woord. De karper mocht blijven. Het was diep in de winter en de Donau was bevroren. Ik kon de vis dus niet meenemen naar de rivier, terug naar de vrijheid. Zo bleef de vis minstens twee maanden bij ons, tot ontzetting van iedereen thuis.De karper zwom vorstelijk in ons bad en als wij zelf in bad gingen deed ik hem tijdelijk in een grote emmer. Toen het weer zachter werd, nam ik hem mee naar de rivier de Donau. Aan de kant van Pest bij de Lanchid (een bekende brug in Boedapest) liet ik de karper te water.Iedereen was blij en ik wilde graag een nieuw huisdier, een ?papagaai?. Ook mijn vriend Gyuri kreeg een parkiet, een blauwe. De twee parkieten konden goed met elkaar opschieten. Ik bracht Pityu naar Gyuri’s huis waar wij meestal speelden. Zijn ouders waren gewend dat we uitbundig rommel maakten en veel lawaai produceerden. Wij waren alleen stil als wij schaakten.Smuel (rechts) en GyuriMijn ouders zijn nooit gewend geraakt aan mijn temperament en mijn hartstochtelijke manier om mij in allerlei, soms gevaarlijke situaties te storten Zij waren blij als ik weg was van huis. Dus ik was dan ook veel weg.Na een aantal gelukkige maanden met Pityu begon in 1956 de Hongaarse revolutie. Maart 1957 vertrokken wij met de trein naar Genova om vanuit daar per schip ? dat toepasselijk de naam Moledet droeg – naar Haifa te varen.Pityu bleef bij mijn beste vriend Gyuri. Gelukkig kon hij goed met Gyuri en zijn parkiet opschieten.Ik miste mijn vogel enorm en Gyuri bleef mij veren van zijn staart sturen in zijn brieven totdat Pityu stierf.Eerdere columns van Smuel vindt u in het archief van de rubriek Samenleving en identiteit.

Advertentie (4)