Joodse man in Den Haag bedreigd

De 53-jarige Hagenaar Marc Kalmann krijgt sinds maandagavond politiebewaking. Hij zegt al drie maanden te worden mishandeld, bespuugd en bedreigd door een groep van twintig tot dertig Marokkaanse jongens.

Dit meldt de Haagsche Courant woensdag 13 juni. Volgens Kalmann is de agressie op hem gericht omdat hij joods is. Kalmann draagt altijd een keppel als hij over straat loopt. Hij woont in de Haagse Schilderwijk. De jongens zouden Kalmann hebben uitgescholden voor "vuile, vieze gore stinkjood" en de Hitlergroet brengen. Ook hebben zij de man in het kruis geschopt en kopstoten gegeven.De Haagse politie bevestigt het verhaal. Om hem te beschermen, houden politieagenten in burger Kalmann permanent in de gaten. "We nemen deze zaak zo serieus dat we deze veiligheidsmaatregelen hebben getroffen," zei een woordvoerder van politie Haaglanden die verder niets over de zaak wil zeggen. "De veiligheid van deze meneer is onze eerste prioriteit".Ronny Naftaniël van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) vindt het een vreselijke toestand waar zeker iets aan gedaan moet worden. Hij heeft contact gehad met de politie en de gemeente en ook met het antidiscriminatiemeldpunt. "De neuzen staan gelijk en wij gaan nu snel actie ondernemen," aldus Naftaniël. Volgens de directeur van het CIDI zijn er gesprekken met Marokkaanse groepen en welzijnswerkers nodig. Deze week nog moeten deze gesprekken plaatsvinden. Ook aan een programma vooroordelenbestrijding wordt gedacht.Ondertussen is Kalmann geenszins van plan te verhuizen. "Ik zal nooit voor dit geweld zwichten," zegt hij in de Haagsche Courant. "Mijn ouders leerden me na de oorlog om niemand te haten, maar respect te hebben. Mijn familie heeft zich al als lammeren naar de slachtbank laten leiden. Dat gebeurt mij niet".Kalmann is van oorsprong Nederlands, maar woont vanaf zijn vijftiende in het buitenland. Eind vorig jaar kwam hij op doktersadvies naar Nederland. Tot dan werkte hij als docent talen aan de universiteit van West Georgia (VS). Kalmann begrijpt niet waarom hij doelwit van de groep jongens is. "Ik ben vaak in Marokko geweest, met mijn keppel op. Nooit problemen. Mijn brood koop ik bij de islamitische bakker. Mijn vlees bij de islamitische slager. Het is maar een heel klein groepje dat de naam van Marokko geen goed doet. Met Marokkanen heb ik nooit problemen gehad."