Joden in Joegoslavië bezorgd

Joegoslavische joden prijzen de politiek president Vojislav Kostunica, maar maken zich ook zorgen over de opleving van antisemitisme in de zeven maanden dat hij president is.

"Het is een paradox, we kunnen het niet uitleggen," zei Aca Singer, voorzitter van de Federaties van Joodse Gemeenschappen in Joegoslavië. "Antisemitisme is niet diep geworteld in de Servische maatschappij, maar toch maken wij ons zorgen. Het aantal antisemitische incidenten is het laatste half jaar toegenomen. Wij houden de situatie goed in de gaten."Kostunica nam oktober 2000 de macht over van Slobodan Milosevic en verheugde de joodse gemeenschap vorig maand met zijn aanwezigheid bij een Jom Hasjoa-herdenking in de synagoge van Belgrado. Ook andere parlementsleden woonden de herdenking bij, samen met de Israëlische ambassadeur en leiders van de joodse gemeenschappen. Singer noemde de aanwezigheid van Kostunica "een zeer, zeer belangrijk gebaar". Het was de eerste keer dat een president aanwezig was bij de herdenking. "Toch, maken wij ons zorgen over mogelijk antisemitisme." In Belgrado en daarbuiten zijn muren en herdenkingsmonumenten beklad met anti-joodse teksten en hakenkruizen. In februari werden graven van de joodse begraafplaats in Zrenjanin kapotgemaakt en beklad. In Kikinda ontving een Sjoa-overlevende dreigbrieven waarin zij met de dood bedreigd werd. Op haar deur is een swastika geklad. Het aantal antisemitische uitingen is niet enorm groot, maar wel gegroeid sinds de val van Milosevic.