Afgelopen weekend vierden Joden over de hele wereld Rosj Hasjana, het begin van het nieuwe jaar volgens de Hebreeuwse (maan)kalender. Vorig jaar voelde ik op de ochtend van de dag voor Rosj Hasjana het huis licht trillen. Op de website van de krant Ha’Aretz las ik dat er in de Jordaanvallei een aardbeving van 4.3 op de schaal van Richter had plaatsgevonden. De volgende dag stond op dezelfde website dat een prominente rabbijn uit Jeruzalem had gezegd dat die aardbeving aangaf dat het een goed jaar zou worden. Profetische gaven had deze rabbijn niet echt. Alles bij elkaar genomen is het afgelopen jaar voor Israël en voor het Joodse volk allesbehalve een goed jaar geweest. Ik beperk me in dit jaaroverzicht tot mijn eigen land en volk, het is duidelijk dat het ook voor Libanezen, Palestijnen, Irakezen, voor de arme mensen in Darfur, en voor vele anderen in de regio en daarbuiten ( o.a. duizenden slachtoffers bij een aardbeving op Java) niet bepaald een topjaar is geweest.
Ruim veertig Israëliërs, Joden en Arabieren, werden bij terreuraanslagen in o.a. Hadera, Amman, Netanya en Tel Aviv gedood. Bij de Palestijnse verkiezingen in januari behaalde Hamas een duidelijke overwinning. Door halsstarrigheid van Hamas-leiders, een voortdurende machtsstrijd tussen de verschillende politieke en terroristische organisaties van de Palestijnen, en een gebrek aan visie in Jeruzalem en Washington, is de kans op een spoedige, onderhandelde en vreedzame oplossing voor de huidige impasse en voor het Palestijns-Israëlische conflict niet veel meer dan theoretisch. President Abbas werd door de regeringen Sharon, Olmert en Bush nooit echt serieus genomen maar lijkt sinds die verkiezingen plotseling – te laat – de ideale schoonzoon voor Israël en de Verenigde Staten te zijn geworden.
Als één leider in het Midden-Oosten een succesjaar achter de rug heeft dan is dat wel Iran’s president Mahmoud Ahmadinejad. Wanneer hij maar de kans krijgt laat hij de wereld weten dat Israël een tumor is en van de kaart geveegd moet worden. Volgens hem is de Holocaust een mythe, al stelt hij paradoxaal genoeg Duitsland of Oostenrijk als alternatief grondgebied voor een Joodse staat voor. Omdat zijn land alles in het werk stelt om nucleaire wapens te krijgen dient deze fanaat serieuzer te worden genomen dan alle andere Jodenhaters sinds Hitler.
5766 was ook een goed jaar voor andere antisemieten. Synagoges, holocaust-gedenktekens en Joodse gemeenschapscentra en scholen in o.a. Moskou, Sidney, Brussel, Montreal, Parijs, Kiev en Oslo werden aangevallen. In Warschau, Oslo, St. Petersburg, Belgrado, Londen en elders werden Joden gemolesteerd vanwege het simpele feit dat ze Joods waren. Op de website van de Telegraaf kon je iedere keer als Israël in het nieuws was reacties lezen zoals deze twee: "De Duitsers hebben vijf jaar tekort tijd gehad! Dat blijkt maar weer…", en "De enige persoon in het ( sic ) hele geschiedenis die wist hoe een jood in elkaar zit was hitler ( sic ) en daarom slachte ( sic ) hij ze af." Het meest gruwelijke antisemitische ‘incident’ van het jaar was de ontvoering van en moord-na-marteling op Ilan Halimi, een Joodse Parijzenaar. De leider van de bende die hiervoor verantwoordelijk was verklaarde dat Halimi als slachtoffer was uitgekozen omdat hij – Joods zijnde – werd geacht rijk te zijn. Diezelfde misdadiger ontkende overigens dat de misdaad door anti-semitisme was ingegeven.
Ook voor de Joodse staat zelf was 5766 een verre van goed jaar. De polarisatie en vervreemding waarvan we tekenen konden waarnemen tijdens de teru