Niet eerder had ik zo sterk het gevoel correspondent te zijn in een land dat is gedoemd om uiteindelijk te verdwijnen. Niet eerder werd ik bevangen door het besef dat de islamitische en Arabische wereld de overlevingscode hebben ontcijferd van de Israëlische samenleving, en het middel hebben ontdekt om de Joodse staat te vernietigen.
Niet eerder heb ik me zo sterk gerealiseerd dat het Joodse nationale experiment dat Israël heet, wellicht de 22ste eeuw niet zal halen. Wat heet, ook niet het midden van de 21ste eeuw. Tegen het fundamentalistisch islamitische elan dat als een tsunami grote delen van de wereld overspoelt, lijkt Israël niet te zijn opgewassen. De rakettenregen die Hezbolllah al bijna vier weken laat neerdalen op de Joodse staat, lijkt het begin van het einde te zijn van wat Teheran noemt de zionistische entiteit in het Midden-Oosten. De conservatieve religieuze krachten in de islamitische wereld zullen er misschien in slagen om de vreemde Joodse eend uit hun bijt te verwijderen.
De Iraakse dictator Saddam Hoessein ontdekte in 1991 hoe effectief het afvuren van 39 scudraketten op Israël was. Het sterkste leger in het Midden-Oosten bleek machteloos, toen de scuds de Israëlische burgerbevolking terroriseerde. Patriot- installaties die Jeruzalem met spoed uit Nederland en de VS had ontvangen, waren waardeloos. Niet één inkomende scud werd geraakt. Slechts een enkeling werd gedood. Maar toch werd het grootste deel van de Israëlische bevolking zes weken lang met succes door Bagdad geterroriseerd.
Vijftien jaar later is weinig veranderd. Het oppermachtige Israëlische leger met zijn moderne oorlogsmachine staat nog steeds machteloos. Ogenschijnlijk amateuristische Palestijnse guerrillastrijders in de Gazastrook slagen er al maanden in, om vrijwel dagelijks zelfgemaakte kassam-raketten af te vuren op nabijgelegen Israëlische dorpen. Meestal vallen geen burgerslachtoffers. Wel wordt materiële schade aangericht, en waar het om gaat: tienduizenden Israëliers die op enkele kilometers afstand van de Gazastrook wonen, hebben geen normaal leven meer. De Israëlische tegenterreur en de collectieve strafmaatregelen waaronder meer dan een miljoen Palestijnen in Gaza lijden, hebben geen einde kunnen maken aan de kassam-beschietingen. Ronduit rampzalig wordt Israëls situatie, als ook de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever erin slagen om kassams te maken. Dat is een kwestie van tijd.
De kassam-projectielen zijn een uitvinding van de Palestijnse fundamentalisch-islamitische Hamas. De zwaardere versie, de professionele katusha’s, zijn van Russische makelij en Iran heeft ze aan de Libanese fundamentalisch-islamitische Hezbollah-broeders met duizenden tegelijk cadeau gegeven voor het gemeenschappelijke doel: de vernietiging van de Joodse enclave in het islamitische deel van de wereld.
De aanhoudende zware bombardementen van de Israëlische luchtmacht in Libanon blijken volkomen zinloos, en maken onnodig veel burgerslachtoffers. De dagelijkse regen van katusha’s gaat onverminderd door. De eerste weken vielen gemiddeld zo’n honderd raketten per dag in Noord-Israël; de laatste dagen is het aantal verdubbeld.
Bij alle kritiek die er klinkt tegen het keiharde, soms barbaarse Israëlische militaire tegenoffensief wordt veelal voorbijgegaan aan de kern van de zaak. Zo vreemd als het voor sommigen misschien klinkt: het keiharde Israëlische optreden is een blijk van zwakte en grote a