Interview met Jessica Montell, directrice van B?TSELEM

Hoofdstuk één, Bereshieth: "En God schiep de mens naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem, man en vrouw schiep hij hen".De oprichters van het Israëlische mensenrechtenorganisatie B’TSELEM (hebr. evenbeeld) hebben zich naar alle waarschijnlijkheid door deze passage in het oude testament laten inspireren. Gisteren 11 oktober j.l. was de directrice van B’TSELEM, Jessica Montell, in Nederland. Joods.nl interviewde haar.

B’TSELEM werd opgericht in 1989 om informatie over de mensenrechten in de door Israël bezette gebieden te verzamelen en te publiceren. De organisatie bestaat uit 26 leden en telt ongeveer 500, grotendeel Palestijnse, vrijwilligers. De rapporten die B’TSELEM verspreid zijn gericht op Israëlische beleidsmakers, journalisten, politici en het algemene Israëlische publiek. De rapporten zijn onder andere via www.btselem.org op te vragen. De van oorsprong Amerikaanse Montell merkt op dat de zakelijke en professionele handelswijze van B’TSELEM door veel instanties in Israël wordt gewaardeerd. Zo voert de organisatie regelmatig gesprekken met vertegenwoordigers van het Israëlische leger. "Onze rapportages worden door het leger serieus genomen," vertelt Montell. Naar aanleiding van gesprekken met B’TSELEM is het leger recentelijk nog een onderzoek gestart naar het optreden van soldaten in bezet gebied.Hoewel de organisatie de handelswijze van de Palestijnse authoriteiten kritisch volgt ligt het accent toch vooral op het Israëlische optreden. "Wij zijn een Israëlische organisatie, ons belang is het beleid van onze regering zo accuraat mogelijk te beoordelen. Het Israëlische publiek mag zich nooit kunnen beroepen op onwetendheid". De rapporten van B’TSELEM worden doorgaans door juristen samengesteld die gebruik maken van internationale wetgeving over mensenrechten. B’TSELEM informeert, confronteerd en legt eisen neer bij de Israëlische regering. De organisatie biedt geen hulp aan individuele slachtoffers van het Israëlische optreden in bezet gebied. Zij kunnen voor juridische bijstand wel bij de zusterorganisatie HAMOKED terecht.Nisreen ‘Alian, B’TselemMontell vertelt over de watercrisis in Palestijnse dorpen op de Westbank. "Tweehonderdduizend Palestijnen in 218 verschillende dorpen hebben geen stromend water. Ze kunnen niet voldoen in hun basale waterbehoeften, waaronder persoonlijke hygiëne, schoonmaken en gebruik van toilet". De beperkingen die het Israëlische leger oplegt sinds het uitbreken van de intifada maakt het voor tankwagens onmogelijk om behoeftige dorpen te bereiken.Montell: "Het watertekort op de Westbank heeft twee oorzaken: de ongelijke verdeling van het water tussen Israëli’s en Palestijnen en het gebrek aan bereidheid van de Israëlische regering om te willen investeren in water-infrastructuur op de Westbank ". Volgens de gegevens van B’tselem gebruikt de gemiddelde Israëli zes keer zoveel water als een Palestijnse inwoner.Sinds de vestiging van de Palestijnse Autoriteit heeft Israël de controle gehouden van vrijwel de gehele watersector in de gebieden. Elk waterproject, zelfs in Gebied A dat onder complete PA controle staat, vereist de medewerking van de Israëlische afgevaardigde in de gezamenlijke Israëlisch-Palestijnse Water Commissie. In Gebieden C is ook de toestemming vereist van de Israëlische ambtenarij.Montell vertelt over de contacten van B’Tselem met de Israëlische regering: "Wij eisen dat de regering regionale tappunten plaatst, verspreid over de West Bank, waar eigenaren van tankwagens water kunnen kopen om inwoners in hun behoeften te voorzien. Bovendien moeten tankwagens vrij kunnen bewegen, zodat ieder over water kan beschikken".Voor de Palestijnse watercrisis is in Israël veel aandacht. Montell: "Veel Israëli’s zien water als een basisbehoefte die los moet staan van het bestaande conflict. Ze vinden dat iedereen over water moet kunnen beschikken, ongeacht persoon en achtergrond&q

Advertentie (4)