Voor iets minder dan 9 miljoen dollar zet Hochtief-Tsjechië een gebouw neer waar ruimte is voor 60 permanente bewoners. Ook komt er een dagopvang en een polikliniek. De werkzaamheden zullen naar verwacht eind 2007 gereed zijn.
František Banyai, hoofd van de enkele duidezenden mensen tellende Joodse gemeenschap in Praag, voelt zich niet gehinderd door het verleden van het moederbedrijf van Hochtief-Tsjechië. "Wat het bedrijf in het verleden heeft gedaan is nu niet onze zaak. We hebben gewoon de beste offerte gekozen. Het Duitse moederbedrijf heeft hier niets mee te maken," aldus Banyai. "Het lijkt me sterk als de toekomstige bewoners, ook al zijn de meeste van hen Holocaust-overlevenden, bezwaar gaan maken tegen de bouwer van hun nieuwe onderkomen."
De voormalige voorzitter van de Praagse kehilla, Tomáš Jelínek, is ongelukkig met de keuze van Banyai. Hij vindt het geen probleem dat Hochtief 60 jaar na de oorlog in opdracht van de Tsjechische regering werkt. "Maar dat juist dit bedrijf de opdracht krijgt voor de bouw van een Joods bejaardenhuis bevreemdt mij. En nog vreemder vind ik het dat het verleden van Hochtief nergens wordt vermeld. Het ontbreekt de huidige leiding van de Joodse gemeenschap in Praag aan historisch besef en aan meegevoel met de slachtoffers van de Sjoa."
Bernd Putter van het in Essen gevestigde Hochtief Construction reageert enigszins geïrriteerd op deze ‘storm in een glas water’. "Wij hebben een paar jaren geleden de gehele geschiedenis van ons bedrijf gepubliceerd, met inbegrip van de periode 1933-1945. Hochtief heeft in Duitsland al vele opdrachten uitgevoerd voor de Joodse gemeenschap. In Israël hebben we gewerkt aan wegen en snelwegen. En trouwens, is er iemand die weigert in een Tsjechische Skoda te rijden nu die auto’s gemaakt worden door Volkswagen AG?"
Tsjechië telde voor de oorlog 120.000 Joden. 80.000 van hen verloren het leven tijdens de Holocaust.