B’tselem heeft een aanzienlijke toename gesignaleerd in het aantal gevallen waarin Israëlische soldaten en agenten van de grenspolitie Palestijnen op de Westbank vernederen en mishandelen. Sinds Operatie Zomerregens in de Gazastrook van start ging op 28 juni, en in sterkere mate sinds de oorlog tegen Hezbollah uitbrak op 12 juli, lijkt de frustratie onder Israëlische soldaten zich om te zetten in geweld jegens Palestijnen.
In de meeste gevallen werd er geen ernstig lichamelijk letsel toegebracht en bleef het bij klappen, schoppen, bedreigingen en lange vertragingen aan de checkpoints bij wijze van straf. In zes gevallen echter werd een Palestijn ernstig mishandeld en moest hij behandeld worden in een ziekenhuis. In een geval werd bij een Palestijn de hand gebroken, waarna hij in prikkeldraad werd gewikkeld en anderhalf uur stil moest blijven staan.
B’tselem stelt dat zowel de Israëlische als de internationale wetgeving het gebruik van excessief geweld verbiedt gedurende militaire missies. De organisatie eist een grondig onderzoek inzake de incidenten. Los van het geweld constateert B’tselem een verdere inperking van de bewegingsvrijheid van Palestijnen.
B’tselem werd in 1989 opgericht door een groep academici, advocaten, journalisten en parlementsleden. Het zegt ernaar te streven ‘de schendingen van mensenrechten in de bezette gebieden te documenteren en het fenomeen van de ontkenning te bestrijden onder het Israëlische publiek, alsmede een cultuur van mensenrechten te creëren in Israël’. Niet alleen het Israëlische leger, maar ook de Palestijnse Autoriteit krijgt hierbij regelmatig de wind van voren.
Lees het volledige persbericht hier