De uitbetaling van joodse tegoeden aan individuen, de zgn. Maror-gelden, is gestart.
De regeling is het resultaat van onderhandelingen die het Centraal Joods Overleg en het Platform Israël hebben gevoerd met de het Nederlands Verbond van Verzekeraars, de Nederlandse Overheid, de Nederlandse Vereniging van Banken en de Amsterdamse effectenbeurs over de teruggave van geroofd joods bezit en het onvolledige rechtsherstel na de oorlog.
Het grootste deel van de gelden die de joodse organisaties aldus verkregen hebben, wordt in gelijke porties uitbetaald aan overlevenden van de holocaust in Nederland of, als zij niet meer in leven zijn, aan hun eventuele kinderen en/of partner. Hun eventuele kinderen en partners kunnen eveneens een aanvraag indienen, mits de direct betrokkene zelf na 8 mei 1945 is overleden. Het gaat om een bedrag van fl. 525.600.000. Een ander deel van de gelden is bestemd voor joodse gemeenschappelijke doelen en gedocumenteerde joodse claims.
Om voor de regeling zorg te dragen hebben het Centraal Joods Overleg en het Platform Israël gezamenlijk de Maror-stichtingen opgericht. Maror staat voor ‘Morele Aansprakelijkheid ROof en Rechtsherstel’. In het Ivriet betekent het ‘bitter kruid’.
Op maandag 4 december hebben de Maror-stichtingen in Den Haag het signaal gegeven voor de aanvang van de aanvragen, beoordelingen en uitbetalingen. De voorzitter van de Stichting Maror-gelden Overheid is Rob van der Heijden, burgemeester van Zandvoort.
Er wordt rekening mee gehouden dat ongeveer 36.500 porties zullen worden uitbetaald aan belanghebbenden of (als de belanghebbende zelf is overleden) plaatsvervangers. De eerste betaling zal fl. 14.000 bedragen. Na twee jaar volgt mogelijk nog een tweede betalingsronde.
Belanghebbenden en plaatsvervangers kunnen hun deel opvragen door middel van een formulier. Dat formulier kan men verkrijgen via de website www.joodsetegoeden.nl of via het gratis telefoonnummer 00800 MAROR123 (00800 627 671 23).
Het overgrote deel van de aanvragen wordt verwacht vanuit Nederland, maar ook in het buitenland wonen duizenden potentiële aanvragers. Bekend is dat veel joodse Nederlanders naar Israël of de Verenigde Staten zijn geëmigreerd. Om de belanghebbenden in deze landen en in de rest van de wereld attent te maken op de mogelijkheid hun aandeel in het Maror-geld aan te vragen is een omvangrijke communicatiecampagne gestart. In het kader daarvan verschijnen advertenties in een groot aantal internationale media.