Op 17 juli verscheen in de Belgische krant De Standaard onderstaand opinie-stuk van Maarten jan Hijmans en Fadi Hirzalla.
Typisch Israël
De aanvallen op Gaza en Libanon kun je ‘typisch Israëlisch’ noemen. Het land treedt internationaal recht met de voeten, ontziet onschuldige burgers niet en streeft zogenaamde ,,vrede” na met geweld. En de legitimeringen die Israël geeft voor zijn buitenproportionele agressie zijn even ad hoc (lees: ongeloofwaardig) als altijd. Zo begon het ook in Libanon: waarschijnlijk uit solidariteit met het Palestijnse volk, ontvoerde Hezbollah met een gedurfde militaire aanval twee Israëlische militairen. Om die militairen te bevrijden, vond Israël het nodig links en rechts bombardementen uit te voeren op Libanese infrastructuur. Toen die bombardementen een regen van katjoesja-raketten op Noord-Israël uitlokten (die intussen een groter aantal slachtoffers maakten dan voor mogelijk was gehouden), heette het ineens dat Israël de aanvallen uitvoerde met het doel Hezbollah tot twintig kilometer ten noorden van de grens terug te dringen en zodoende een "bufferzone" te creëren. Daarna kwam Israël met alweer een nieuw aanvalsdoel: de Libanese regering werd verantwoordelijk gesteld voor de actie van Hezbollah. Van de Libanese regering wordt nu verlangd dat zij Hezbollah ontwapent en dat zij het reguliere Libanese regeringsleger zijn zeggenschap doet uitbreiden tot Zuid-Libanon. Intussen laten zowel Israël als de VS verstaan dat op de achtergrond eigenlijk Syrië en Iran verantwoordelijk zijn voor de acties van Hezbollah. Kern van alle Israëlische redenen en eisen is: ‘de terroristen’ hebben onze militairen gekidnapt en wij nemen maatregelen om ze terug te krijgen. Zonder nu punt voor punt in te gaan op de valsheid van Israëls veiligheidsdiscours, is en blijft les nummer één van conflictmanagement: ontvoerde militairen krijg je terug door te onderhandelen, niet door een onverklaarde oorlog te beginnen en op grote schaal te bombarderen. De vraag die zich daarom opdringt is: waarom reageert Israël zo overtrokken op deze ontvoeringen? De vorige regering van nota bene houwdegen Ariël Sharon stemde in 2004 in met een ruil van niet minder dan 436 gevangenen uit Israëlische gevangenissen tegen één door Hezbollah ontvoerde Israëlische soldaat en de lijken van drie gesneuvelde Israëliërs. Een fundamentele reden voor Israëls optreden is de onkunde van de Israëlische politici die nu de touwtjes in handen hebben. Na het aantreden van de nieuwe regering in Jeruzalem zijn namelijk voor het eerst sinds lange tijd de belangrijkste portefeuilles in de handen van burgers. Ehud Olmert, de premier, is nagenoeg een leek op militair gebied. En de minister van Defensie, Amir Peretz, een vakbondsman, steeg tijdens zijn diensttijd niet hoger dan de rang van korporaal in de militaire hiërarchie. In d
Advertentie (4)
|