Volgens de media is dit al de zesde dag van de oorlog – het zal wel. Ik ben eerlijk gezegd de tel kwijt.
De dag begon niet anders dan andere dagen – opstaan en om kwart voor 5 aan het werk in de keuken en de eetzaal – de gebruikelijke voorbereidingen, maar vandaag werden ze begeleid door raket-inslagen, de eerste al om 5.30 uur. Die miste onze koeienstal op een haar na en kwam terecht in het buurdorp Aboe Snan, waar druzen, christenen en moslims wonen. Zes katjoesja’s raakten Kfar Yasif, een ander dorp vlakbij Bet HaEmek.
Het bewees mij wat ik eigelijk al wist: ze schieten maar raak, en het doet er niet toe wat ze raken, zolang ze maar wat raken, en bij voorkeur zo veel mogelijk burgers. Nog geen half uur later klonk de sirene: het teken dat er lange-afstandsraketten waren afgevuurd. Ik hoorde een inslag – maar heel in de verte. Daarna het sein alles veilig, en rust. Rust, niet te geloven.
De eetzaal liep vol, voor het ontbijt en later ook voor de lunch. Alles verliep vlekkeloos – we hadden zelfs tijd om de vloer te dweilen! Geweldig. Maar de rust van was korte duur: om kwart voor 2 begonnen de sirenes opnieuw te loeien. Later hoorden we dat de lange-afstandsraketten drama’s hadden aangericht in Haifa, Tsefat, Nazareth (nota bene een stad met een gemengde bevolking!) en de Jizrael-vallei. Heel Noord-Israël ligt onder vuur, en de aanhang van Hezbollah-leider Nasralla schiet maar een eind weg. Het maakt ze niet uit of de slachtoffers jood, christen of moslim zijn, het gaat ze alleen maar om zoveel mogelijk leed en schade.
En toen hoorden we over de aanslag op een militaire patrouille bij Nabloes en over de zelfmoordterrorist die op weg was zichzelf op te blazen in Jeruzalem en dankzij de oplettendheid van onze veiligheidsdienst net op tijd gepakt werd. De oorlog is dus overal, en de bedoeling ervan is ons land van de kaart te vegen.
De meeste mensen hier zijn van mening dat Israël terecht zo hard optreedt, ondanks de humanitaire problemen die onze bombardementen honderduizenden Libanezen bezorgen. Maar ìk kan de beelden niet vergeten die op CNN en SkyNews werden vertoond op de dag dat onze soldaten werden gekidnapped en de eerste katjoesja’s op Israël werden afgevuurd. Er werden Libanezen geïnterviewd: elk van hun zei de acties van Hezbollah te steunen en zelfs bereid te zijn te sterven voor ‘de strijd’.
Ondertussen is het gewone leven hier nagenoeg tot stilstand gekomen. Ik ben blij dat ik door mijn werk in de keuken en de eetzaal de bewoners van de kibboets nog een beetje het gevoel van een ‘normaal’ leven kan geven. Het is wel duidelijk dat dàt helpt om de moed niet te verliezen.
Salo Soesan en zijn vrouw Ineke wonen al 35 jaar in de vredige agrarische kibboets Bet HaEmek, in het noorden van Israël. Voor joods.nl houdt hij een dagboek bij om een beeld te geven van het dagelijks leven (of wat daar nog van over is), sinds er oorlog is tussen Israël en Libanon.