Weer is er een dag voorbij, een dag van oorlog – acht keer is er luchtalarm geweest, en weer waren er inslagen in de omgeving van Bet HaEmek, maar gelukkig geen enkele echt dichtbij. De brand die zaterdag door een raketinslag in een veld was ontstaan hebben we dankzij de inzet van een blusvliegtuig van het Joods Nationaal Fonds en met hulp van JNF-brandweerlieden kunnen blussen.
Zondagochtend is een groep van honderd kinderen en volwassenen voor een vierdaags zomerkamp vertrokken naar kibboets Eilot bij Eilat. Het is voor het eerst dat alle kinderen gelijktijdig gaan: onder normale omstandigheden gaan ze per leeftijdsgroep.
We hebben nu dus honderd man minder in de kibboets, en hebben de openingstijden van de eetzaal aangepast. De vakantiegangers hebben geluk dat ze even weg zijn: hier ging het luchtalarm maar liefst twee maal.
Onze oudste zoon Gidon, die we zaterdag na ons bezoek aan vrienden in Netanya op de terugweg opgepikt haddden, helpt nu mee in de eetzaal/keuken omdat er al veel mensen voor reservedienst zijn opgeroepen. Het luchtalarm werkt hem enorm op de zenuwen. "Waarom kunnen ze die huiltoon niet vervangen door een vrouwenstem die de mensen vriendelijk doch dringend verzoekt onmiddellijk de schuilkelders op te zoeken, zoals in het vliegtuig," vraagt hij zich af. Leuk bedacht, dat wel, maar niet erg efficient: het geloei van de sirenes is bija overal te horen en iedereen weet precies wat de bedoeling ervan is.
Vandaag lazen we de verslagen over de anti-Israël betoging, die zaterdag in Amsterdam werd gehouden. Ik vind het jammer dat de Nederlandse pers niet verder lijkt te komen dan dat Libanon de underdog is. Ik blijf erbij dat de burgers in Libanon geweten hebben waar de Hezbollah mee bezig was en dat ze gebruikt zouden kunnen worden als menselijk schild.
Wij zijn op klaarlichte dag met raketten beschoten, en al op de eerste ochtend van de beschietingen viel er een dode – een vrouw die een kop koffie zat te drinken op haar balkon. Sinds het begin van de oorlog zijn er meer dan TWEEDUIZEND raketten op Israël afgevuurd, en uitsluitend op burgerdoelen.
Salo Soesan en zijn vrouw Ineke wonen al 35 jaar in de vredige agrarische kibboets Bet HaEmek, in het noorden van Israël. Voor joods.nl houdt hij een dagboek bij om een beeld te geven van het dagelijks leven (of wat daar nog van over is), sinds er oorlog is tussen Israël en de Hezbollah.