Tussen 1998 en 2000 reisde Bendiksen door wat hij aanduidt als ‘spookrepublieken’: "Er zijn grenzen met grenswachten maar geen geografische kaart vermeldt ze als land." Zo zijn er de van Moldavië afgescheiden zelfverklaarde republiek Transdnestrië en de Fergana-vallei die door Stalin werd opgedeeld in drie stukken en nu toebehoren aan Oezbekistan, Tadzjikistan en Kirgizstan. De Russische deelrepubliek Altai op de steppe van Kazachstan. Het door de Armeniërs op de Azeri’s bevochten Nagorno-Karabach. De voormalige Joodse autonome regio Birobidzjan, twintig jaar voor de stichting van Israël opgericht door Stalin. En het van Georgië afgescheiden Abchazië.
In het Oezbeekse deel van de Fergana-vallei fotografeerde Bendiksen onderdrukte moslims. De vallei wordt bewoond door de godsdienstig meest behoudende bevolking van het vroegere Sovjet-Centraal-Azië. Na het einde van het sovjetbewind en de daarbij behorende gedwongen secularisatie greep de vrome bevolking terug op haar moslimwortels. De leiders van de drie nieuwe onafhankelijke landen in de vallei, allen oud-communisten, traden hard op tegen wat zij zagen als de fundamentalistische islam. Oezbekistan is het meest repressief. Normaal moslimgedrag, zoals bidden in het openbaar, het dragen van een baard en koranstudie, kan leiden tot arrestatie en een aanklacht wegens extremisme.
De expositie ’Satellieten’ is aangevuld met een indringende fotoserie over de Gazastrook. In zijn beelden vangt Bendiksen het dagelijkse leven van Joodse kolonisten (voor de ontruiming van vorig jaar) en Palestijnse Gazabewoners. De foto’s van de kolonisten zijn in kleur, die van de Palestijnen zwart-wit. Het contrast is schrijnend. "Ook deze beide volkeren zijn geïsoleerde gemeenschappen”, zegt de fotograaf, "die afgesneden leven van de grote gemeenschap. Het zijn satellieten.”
Jonas Bendiksen (1977) is sinds kort lid van het internationale persagentschap Magnum. Hij ontving verschillende prijzen voor zijn werk. Onlangs werkte hij in Kenia en India aan een project over groeiende stadsarmoede. Ook hierbij richtte hij zich op mensen die in geïsoleerde enclaves leven.