Penraat werd geboren in Amsterdam in 1918. Als jongetje hielp hij Joodse buren met het aan- en uitdoen van het licht tijdens de sabbat. Bij het uitbreken van de oorlog was hij architect en ontwerper. Samen met vrienden uit het verzet stelde hij een plan op om Nederlandse Joden te doen voorkomen als arbeiders voor de muur die Hitler bouwde langs de Atlantische kust van Frankrijk. Hij vervalste reisdocumenten en identiteitsbewijzen en maakte ongeveer twintig reizen naar Lille in Frankrijk, waarbij hij iedere keer Joden onderbracht bij het Franse verzet. Vanuit Lille werden ze vervolgens naar Spanje gesmokkeld. Hij werd uiteindelijk opgepakt door de nazi’s en gemarteld, maar liet niets los.
Na de oorlog vertrok Penraat in 1958 naar de Verenigde Staten. In 1998 ontving hij van Jad Vashem de onderscheiding ‘Righteous among the Nations’. Op zijn medaille stond de tekst ‘Wie een leven redt, redt de hele wereld’. Penraat heeft jarenlang niet over zijn ervaringen in de oorlog willen praten. Pas de laatste jaren van zijn leven sprak hij erover op scholen. "Je doet deze dingen omdat er niets anders op zit", zei hij over zijn daden, die 406 Joden het leven redden.