De extreem-nationalistische leider van de Liberaal Democratische Partij kreeg in 1993 20% van de Russische stemmen: genoeg om in de Doema, het Russische parlement, te komen. Zjirinovski was een fel tegenstander van het communisme en lag overhoop met de KGB. Hij werd zodoende door velen als held gezien.
De politicus heeft vervolgens onder andere geijverd voor het verbod op Joodse organisaties. Over Joden en andere minderheidsgroepen zei hij in 2002 op een congres: "Jullie hebben nu gezien hoe men in een fatsoenlijk land leeft, dus ga terug naar je eigen land en bouw daar scholen en ziekenhuizen en krijg een of twee kinderen en niet meer." Hij sprak ooit zijn bewondering voor Hitler uit, bood Jasser Arafat politiek asiel aan en steunde openlijk Saddam Hoesein.
Menigeen wist al langer dat hij Joodse voorouders had. Zelf ontkende Zjirinovski dit altijd heftig. Na een zoektocht over de hele wereld stond hij afgelopen week uiteindelijk aan zijn vaders graf in Holon, een voorstad van Tel Aviv. De politicus verklaarde ‘geen idee’ te hebben gehad dat hij in Israël moest zoeken. Eidelshtein Wolf Isakovich bleek kort na de geboorte van zijn zoon gewdongen door de politiek omstandigheden naar Polen te zijn vertrokken, en vanuit daar naar Israël. Hij verbrak het contact met zijn vrouw en zoon om hen te beschermen: in de nadagen van Jozef Stalin was het in de Sovjet-Unie gevaarlijk contacten in het buitenland te hebben.
Zjirinovski stond huilend aan het graf van zijn vader, schepte wat aarde in zijn zakdoek en verklaarde het te bewaren tot de dag dat hij zou sterven. Ook gaf hij aan zijn kleinzoon voortaan Wolf te noemen, naar zijn vader.