Margot Einstein overleed in 1986. Gisteren deed de Hebreeuwse Universiteit voor het eerst onthullingen over het briefarchief dat ze al sinds de dood van de wetenschapper in 1955 in bezit had. Volgens Barbara Wolff, archivist aan de universiteit, en prof. Chanoch Gutfreund die alle zaken omtrent Einstein behandelt, werpen de 3.500 pagina’s correspondentie een nieuw licht op het persoonlijke leven van een van de grootste wetenschappers van de twintigste eeuw.
Ook laten de brieven zien dat hij openlijk zijn buitenechtelijke affaires besprak met zijn vrouw Elsa en zelfs met Margot. Hij beklaagt zich bijvoorbeeld over ene ‘Mevrouw M.’ die zich hinderlijk aan hem opdringt, en prijst anderzijds ‘Miss L.’, die zich respectvol gedraagt, en met wie hij een ‘echte connectie’ heeft.
Uit de correspondentie blijkt ook dat het grootste deel van het geldbedrag dat Einstein ontving bij het winnen van de Nobelprijs voor natuurkunde verloren ging in de Grote Depressie. Hij had het meeste ervan geïnvesteerd in de Verenigde Staten, die van 1929 tot aan het begin van de jaren ’40 gebukt gingen onder een ernstige economische crisis.
Ook schrijft hij in 1921 aan Elsa te verwachten dat hij binnenkort weleens genoeg zal krijgen van ‘relativiteit’. Einstein werd wereldberoemd met zijn natuurkundige relativiteitstheorie.