In de afgelopen jaren zijn er door een aantal Joodse oorlogswezen vragen aan JMW gesteld inzake het vermogensbeheer van Joodse oorlogswezen door voormalige Joodse voogdij-instellingen die aangesloten waren bij de Gefusioneerde Joodse Instellingen voor Kinderbescherming (‘de Fusie’).
JMW acht het haar morele verantwoordelijkheid om deze individuele vragen zo goed als mogelijk is te beantwoorden. JMW heeft daartoe de Projectgroep Informatie Joodse Oorlogswezen (PIJO) opgericht. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is een externe onderzoekster aangesteld die specifiek voor dit soort onderzoek is opgeleid en haar sporen heeft verdiend.
De Projectgroep is ingesteld om concrete vragen van Joodse oorlogswezen te beantwoorden. De Projectgroep zal bij zijn informatieverstrekking volstrekte transparantie nastreven. Dat betekent dat de stukken waarop de rapportage gebaseerd is, worden gekopieerd en aan de informatievrager ter hand worden gesteld.
De Projectgroep heeft een tijdelijk karakter. Joodse oorlogswezen, die onder de voogdij stonden van een van de bij de Fusie aangesloten instellingen, hebben 2 maanden de gelegenheid hun vragen aan de Projectgroep toe te sturen. Dat wil zeggen dat u uw informatievragen tot 15 juli 2006 bij de Projectgroep kunt neerleggen.
Het indienen van claims bij het Samenwerkingsverband-JMW
In het geval dat u op grond van de informatie van de Projectgroep van mening zou zijn dat in het beheer van uw vermogens door een van de bij de Fusie aangesloten instellingen fouten zijn gemaakt waardoor u schade heeft geleden, dan kunt u besluiten om een schadeclaim in te dienen. De claim – met een daarbij behorende onderbouwing – kan tot uiterlijk 31 december 2006 worden ingediend bij de stichting Samenwerkingsverband-JMW.
Het bestuur van de stichting Samenwerkingsverband-JMW zal alle beschikbare informatie worden voorgelegd, waaronder de resultaten van het onderzoek door de Projectgroep, uw eventuele reactie daarop en uw motivering van de eventuele claim. Op basis van deze gegevens zal de stichting Samenwerkingsverband-JMW bekijken of er voldoende bewijs is dat er bij het beheer door de bij de Fusie aangesloten instellingen fouten zijn gemaakt. Indien hierop bevestigend kan worden geantwoord, zal het Samenwerkingsverband de hoogte van de schade en de schadevergoeding vaststellen. Aanvaard u deze schadevergoeding dan wordt daarmee een finale regeling getroffen omtrent het vermogensbeheer uit het verleden. Indien de stichting Samenwerkingsverband-JMW na bestudering van alle beschikbare informatie tot het oordeel komt dat er onvoldoende bewijs bestaat dat er in het voorliggende geval door de bij de Fusie aangesloten instellingen fouten zijn gemaakt, zal zij de claim gemotiveerd afwijzen.
Beroepscommissie
Indien u het niet eens zou zijn met het oordeel van de stichting Samenwerkingsverband-JMW kunt u hiertegen in beroep gaan bij een Beroepscommissie, die voor dit doel in het leven wordt geroepen. Deze Commissie zal bestaan uit personen van reputatie, die deskundigheid hebben op juridisch, finan-cieel en/of notarieel gebied en onafhankelijk zijn van JMW en de stichting Samenwerkingsverband-JMW. De Beroepscommissie zal een uitspraak doen met betrekking tot de vraag of de ingediende claim gegrond is. De uits