De eerste problemen doemen al op aan de horizon.
Het Israëlische politieke landschap kan kennelijk niet zonder crisissfeer: Marina Solodkina, het enige Russische Knessetlid en Watnan Shib, de enige Druze in het parlement, dreigen hun stemmen te onthouden aan de nieuwe regering omdat de gemeenschappen die zij vertegenwoordigen noch ministersverantwoordelijkheid noch zetels in beestuurlijke commissies hebben toegewezen gekregen.
De coalite van premier Olmert bezet 67 zetels, verdeeld over Kadima, Avoda, Shas en de Gepensioneerdenpartij. Tegenstemmen of onthoudingen kunnen aan deze meerderheid niets veranderen.
Commentaren spreken over ‘een smalle coalitie binnen een ruim ogezette regering’. Olmert’s regering telt ministen 25 ministers. Velen van hen hebben geen enkele bestuurlijke ervaring maar zijn er wel in geslaagd hun favoriete post te bemachtigen.
De regering die vandaag wordt geïnstalleerd is de eerste sinds 1967 die zich waagt aan de heikele kwestie is de ontruiming van nederzettingen op de Westbank. Grote vraag is ook of het deze regering zal lukken de grens met de Palestijnse gebieden te herdefiniëren.
Het merendeel van de ministers van Kadima komen uit Likud, een partij met een lange traditie van vijandigheid en wantrouwen jegens Arabieren. Het lijkt erop dat de demografische realiteit van Israël – minder Joden en een snel stijgend aantal Arabieren in het gebied tussen de Middellandse Zee en de rivier de Jordaan- bij de bereidheid om de grens te bepalen daar van invloed is geweest. Het mag opmerkelijk genoemd worden dat Olmert c.s. nu zelf het gedachtengoed uitdraagt van partijen als Chadasj en Meretz, beide verklaard voorstander van de tweestatenoplossing.
Er gaan geruchten dat Olmert ‘op korte termijn, maar niet vóór zijn bezoek aan Washington eind deze maand’ een ontmoeting zal hebben met de Palestijnse president Mahmoud Abbas. In Amerika zou men liever zien dat die ontmoeting juist voor het gesprek met president Bush plaatsvindt, om meer tacheles gespreksstof te hebben.
President Abbas doet al geruime tijd pogingen om de tafel te gaan zitten met Israël, in feite al sinds zijn verkiezing tot premier, toen Jasser Arafat nog leefde. Maar de toenmalige Israëlische premier Sharon wilde niets met hem te maken hebben. Sharon’s opvolger Olmert heeft verklaard nieuwe onderhandelingen een kans te willen geven, hoewel hij zich altijd zal kunnen beroepen op Sharon’s voorwaarde: eerst een einde aan alle Palestijnse terreur. Maar zo’n garantie valt, alle goede bedoelingen ten spijt, niet te geven, gezien de ideologische, geografische en politieke verdeeldheid van de Palestijnen. De toekomst zal het leren: premier Olmert is niet alleen politicus maar ook jurist, en hij zal zijn juridische kennis zeker in de strijd gooien alvorens een begin te maken met de volgende fase van Israël’s eenzijdige terugtrekking uit de Palestijnse gebieden.
De nieuwe regering kan worden gekarakteriseerd als ‘burgerregering’ die nu eens niet geleid wordt door een voormalige beroepsmilitair. In hoeverre dat veel gewicht in de schaal zal leggen als het aankomt op het feitelijke beëindigen van de ‘bezetting’ (een van de weinige zaken waarover in principe consensus bestaat) moet worden afgewacht. Shas, de Sefardsiche ultra-orthodoxe partij van rabbijn Ovadia Yosef, staat in het geheel niet te springen om eenzijdige ontruiming van nederzettingen, ook al belooft Olmert dat er na de ontruimingen twee of drie grote ‘Joodse’, door het Israëlische leger bewaakte blokken over zullen blijven op de Westbank en dat de Palestijnse enclaves niet in verbinding zullen staan met de Gazastrook.
De verwachting is da