Vlak na hun ontsnapping stelden Rosenberg, die de naam Rudolf Vrba aannam, en Weczler een verslag samen van wat ze in het vernietigingskamp hadden gezien. Tot in detail getuigde Vrba, die een fotografisch geheugen aan de dag legde, van ieder transport dat hij had zien arriveren en de manier waarop de massavernietiging in het kamp in zijn werk ging. Het verslag werd bekend als het ‘Vrba-Weczler rapport’ of de ‘Auschwitz protocollen’.
In juni 1944 kwam het rapport in handen van de geallieerden. Tegen die tijd beschikte men ook over luchfoto’s van Auschwitz. The New Tork Times publiceerde grote delen uit het rapport. Er werd echter niet ingegrepen. Vrba bleef de geallieerden maar ook de Hongaarse Joodse Raad na de oorlog verwijten zowel met zijn rapport als met de luchtfoto’s niets te hebben gedaan. Tussen mei en juli 1944 zijn ruim 400.000 Hongaarse Joden naar Auschwitz gedeporteerd: enorme aantallen mensen die volgens Vrba hadden kunnen worden gered als de geallieerden de spoorlijn naar Auschwitz hadden gebombardeerd.
Na de oorlog woonde Vrba in Praag, Londen, Israël en sinds 1967 in Canada. Hij werd professor in de pharmacologie en verrichtte belangijk onderzoek op het gebied van diabetis en kanker. In 1963 publiceerde hij zijn memoirs: ‘Escape from Auschwitz: I cannot forgive’. Vrba stierf aan de gevolgen van kanker. Hij werd 82 jaar.