De nieuwe wet stelt dat eenieder de regels van de eigen geloofsleer, waaronder het aanbrengen van ‘religieuze objecten’ aan deurposten, ook in eigen huis moet kunnen volgen.
De nieuwe wet, waarvoor het voorstel was ingediend door twee Democratische senatoren uit Illinois, gaat in per 1 januari 2007
"De zichtbare aanwezigheid van religieuze symbolen is net zo fundamenteel als het actief belijden van een godsdienst," meent gouverneur Rod R. Blagojevich. "Daarom is deze wetgeving van groot belang. Ik wilde de wetgeving rond hebben aan de vooravond van pesach. Pesach gaat immers over de vrijheid om je eigen geloofsovertuiging te volgen. Het vrijheidsideaal van de Verenigde Staten is gelijk aan dat van Pesach, en gelijk aan waarvoor zovelen overal te wereld dagelijks strijd leveren."
Ter verklaring van de behoefte aan de nieuwe staatswet citeerde Blagojevich een artikel uit de krant Chicago Jewish Star over een vrouw die na de lewaja van haar echtgenoot tot de ontdekking komt dat door de beheerder van haar flatgebouw de mezoeza van de deurpost verwijderd is. De vrouw heeft een gerechtelijke procdure aangespannen en een klacht ingediend bij de Mensenrechtencommissie van Chicago en bij de openbare aanklager van Illinois.
Volgens de (Joodse) indieners van het wetsvoorstel is het verbieden van mezoezot – voor Joden een religieuze plicht die ook door vele niet-religieuze Joden wordt gevolgd – ‘onvergeeflijk’ en zal de nieuwe wet duidelijkheid brengen welke regels wel en niet aan bewoners kunnen worden opgelegd. Zij spreken hun verontwaardiging uit dat de federale wetgeving van de Verenigde Staten niet voorziet in het in vrijheid beleven van de eigen religieuze gebruiken, iets wat algemeen gezien wordt als een burger-grondrecht. Lof hebben zij voor de daadkracht van de gouverneur en het tijdstip waarop hij met zijn handtekening de wetgeving bekrachtigde.
De gemeenteraad van Chicago had al een aantal maanden geleden een vergelijkbare regeling voor mezoezot en andere zichtbaar aangebrachte religieuze objecten doorgevoerd.