Eldad Hayet, counsellor voor Pers en Publieke Zaken van de Ambassade van Israël in Nederland zal de medaille en het bijbehorende certificaat tijdens deze plechtigheid uitreiken.
Hieronder volgt een deel van het verhaal waarop de aanvraag voor de Yad Vashem onderscheiding aan het echtpaar Aerts is gebaseerd.
De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederland bevindt zich niet alleen in dikke boeken, in – vaak wanstaltige – monumenten of in de haperende herinneringen van een slinkend aantal ooggetuigen. Ze bevindt zich ook bij de meeste mensen om de hoek – letterlijk. Elk landschap en elk gebouw in Nederland herbergt een oneindig aantal verhalen, en sommige daarvan spelen zich af in de periode ’40-’45. Soms is het verhaal bekend en wordt het aangehaald in een kunstwerk, op een plaquette of in een museum. Vaker nog is het door bijna iedereen vergeten en biedt het landschap niet langer een aanknopingspunt.
In het gebouw van de negentiende-eeuwse architect Van Mourik aan de Amsterdamse Plantage Kerklaan 36-38 was tijdens de oorlog de gemeentelijke afdeling Burgerlijke Stand, Bevolkingsregister en Verkiezingen gevestigd. De persoonsgegevens van iedere Amsterdammer werden er bewaard, van de plaats in het gezin tot beroep, godsdienst en verhuisdata. Hierdoor vormde het een rijke bron van gegevens voor de bezetter, die het archief dan ook dankbaar inzette bij de opsporing van joden, arbeidskrachten en verzetsmensen.
Op zaterdagavond 27 maart 1943 wordt door negen leden van het zogenoemde kunstenaarsverzet – onder wie beeldhouwer Gerrit van der Veen en de schrijver en Spanje-deskundige Johan Brouwer – onder leiding van schilder-schrijver Willem Arondéus een aanslag op het bevolkingsregister gepleegd. De gealarmeerde brandweer – die is getipt over de bedoeling van de brand – maakt aanvankelijk weinig haast met blussen om vervolgens overvloedig water naar binnen te spuiten zodat de persoonskaarten nog eens extra beschadigd raken. Als de brand is gedoofd blijkt echter dat de overval, ondanks de goede voorbereiding, slechts gedeeltelijk is geslaagd. Slechts vijftien procent van de systeemkaarten is volledig verloren gegaan.
De Duitsers loven een grote beloning uit voor tips over de aanslagplegers. Binnen twee weken worden de meeste daders en hun helpers opgepakt. Op 1 juli worden twaalf leden gefusilleerd.
Anderhalve maand voor de aanslag op het bevolkingsregister is Maria de Vries (1920) er op de typekamer komen werken. Vanaf haar werkplek kan ze niet naar buiten kijken want alle ramen in het gebouw zijn witgekalkt. Zo raakt het personeel niet afgeleid door de aan- en afvoer van joden bij Umschlagplatz Plantage Middenlaan in de Hollandsche Schouwburg, schuin tegenover het register. Het hoofd van de administratie probeert de herstelwerkzaamheden te traineren, maar wanneer dit naar zijn idee niet voldoende lukt neemt hij ontslag. Hij wordt vervangen door de zeer ijverige en pro-Duitse Jacobus Lambertus Lentz, de ontwerper van het vrijwel onvervalsbare Nederlands persoonsbewijs.
De chaos van de brand betekent veel extra werk. Daar komt ook nog eens bij dat de Duitsers besluiten nieuwe persoonsbewijzen uit te reiken. Onderduikers zullen niet over zo’n nieuw bewijs kunnen beschikken en zijn zo makkelijker op te sporen, verwachten de autoriteiten. Om al dat werk uit te voeren trekt het register ambtenaren van buiten de stad aan. E&eacut