Eldad Hayet, Counsellor for Press and Public Affairs van de Ambassade van Israël reikte de medaille en het bijbehorende certificaat tijdens deze plechtigheid uit.
De onderscheiding werd in ontvangst genomen door de kinderen van de heer en mevrouw Kunnen.
Hieronder volgt een deel van het verhaal waarop de aanvraag voor de Yad Vashem onderscheiding aan Michiel Kunnen en zijn vrouw Immerentia Kunnen-van Tunen, ‘Pa en Moe Kunnen’ is gebaseerd:
‘Een bijzondere familie in een bijzonder dorp’
De zomer van 1943 brengen de broertjes Israëls door op de boerderij van de familie Boogaard, ‘een burcht van verzet’ in de Haarlemmermeer. De Boogaards redden tijdens de oorlog driehonderd joden het leven. Op 6 oktober 1943 bevinden zich 36 volwassen joodse onderduikers op de boerderij. Er zijn ook 22 kinderen, onder wie Loukie en zijn broer, spelend in de boomgaard. Daar worden zij ontdekt door de Nederlandse SS-politieman Pieter van Duyn. Een verzetsman schiet Van Duyn dood. Daarop komt een grootscheepse zoekactie op gang waaraan honderden Duitsers en hun Nederlandse helpers deelnemen. Ondanks de inzet van speurhonden slagen de Boogaards erin alle kinderen, onder wie Loukie en zijn broer, te redden. De volwassen onderduikers worden allemaal gearresteerd en overleven geen van allen de Holocaust. De Duitsers sluiten de Haarlemmermeer hermetisch af. De kinderen worden verborgen op een appelzolder. Pas na zes weken geven de Duitsers de omsingeling van de polder op. De kinderen worden elders ondergebracht. Loukie door ‘Jan Papier’.
Jan Papier heeft goede hoop dat hij Loukie bij ‘Moe Kunnen’ in Heemskerk kan onderbrengen. Hij kent haar niet, maar van haar nicht in de Haarlemmermeer heeft hij gehoord dat de familie Kunnen wel bereid zou zijn een onderduikertje in huis te nemen. Op weg naar Heemskerk, bij een controlepost bij het Noordzeekanaal, gaat het bijna mis, maar even later rijden Jan Papier en Loukie Israëls het tuindersdorp Heemskerk binnen. Ze stappen af voor het witte huisje aan de Maerelaan 11.
Moe Kunnens nicht in de Haarlemmermeer had niet te veel gezegd. Loukie blijkt welkom in het gezi