Uit het dagboek van een vredestichtertje, afl. 61: Eldad Kisch bekijkt welke middelen tegen- en voorstanders van de scheidingsmuur en de aanstaande ontruiming van de Gazastrook en een aantal kolonies op de Westbank inzetten bij hun strijd.
De scheidingsmuur is nu een van de hoofdschotels op het menu van de
vredesbeweging. We kunnen hierbij op twee manieren van onze
belangstelling getuigen. Er zijn de studie-tours, waarbij
geinteresseerde deelnemers, meestal al overtuigde linkse klanten,
uitleg krijgen hoe een bepaald stuk muur op onrechtmatige wijze
onschuldige Palestijnen afsnijdt van hun landerijen, hun werk, hun
school of hun medische voorzieningen. Er zijn wel doorgangen hier en
daar, maar die zijn niet regelmatig open, of je hebt er een vergunning
voor nodig die nauwelijks te krijgen is, of een andere chicane. De
bewoners worden effectief ingepend.
Dan zijn er de manifestaties van solidariteit. We worden uitgenodigd om
op een bepaalde dag te komen demonstreren in een dorp dat binnen enkele
dagen door de muur in tweeen gesneden gaat worden, samen met de
bewoners. De bedoeling is dan ongewelddadig de bouw van de muur te
verhinderen door voor een bulldozer te gaan liggen of zoiets. Dit leidt
tegenwoordig vaak tot onaangenaamheden met het leger. Deze incidenten
worden nog aangescherpt doot het gebruik van ?agents provocateurs? door
de regering. Dit zijn heren die zich verkleden als Arabieren en stenen
beginnen te gooien naar de bewaking van soldaten of politie. Dat wordt
niet geapprecieerd en de vingers zitten dan gauw los aan de trekker van
traangas of ‘veilige’ rubber kogels. De regering ontkent trouwens
stellig met provocateurs te werken. Wij denken daar het onze van.
In deze periode van grote hitte en hoge vochtigheidsgraad moet je wel
erg geengageerd zijn om voor deze uitjes nog de kracht te hebben.
De bouw van de muur vordert trouwens met een furieuze vaart, ondanks
tikken op de vingers van het Haagse gerechtshof en gefrons van de
Amerikanen.
Een van de nieuwe wapens van de settlers tegen de Palestijnen is het
wilde zwijn. Wat? Vrome Joden en wilde zwijnen? Jazeker, als je ze maar
niet opeet mag alles.
De settlers van Tapuach laten deze wilde zwijnen los in de velden van
hun buren, de Palestijnen. Die (de zwijnen) hebben een goede eetlust en
woelen de grond tegelijkertijd degelijk om; dat leidt tot grondige
vernieling van de velden. Een ontmoeting met een wild zwijn is ook niet
prettig.
Van die opiniepeilingen worden we ook niet echt wijzer. Juist nadat met
veel fanfare was aangekondigd dat de steun voor het ontruimingsplan van
Sharon sterk gedaald was (tot mijn verbazing, na het buitengewoon
onfrisse gedrag van de anti-ontruimingsactivisten), is de instemming
met het plan onder de gemiddelde lauwe bevolking nu weer mooi aan het
stijgen. Zo mag ik het zien; de extremisten maken het wel erg bont.
De regering heeft eindelijk laten zien dat ze zo nodig wel eens flink
kunnen optreden, en dat zet de settlers toch even aan het denken:
“misschien meent hij het echt?”
©Eldad Kisch; 2005.
Eldad Kisch woont al meer dan veertig jaar in Israël. “Destijds was
ik flink zionistisch, nu ben ik wat gelouterd,” omschrijft hij
zichzelf. “Ik bekijk de gebeurtenissen
in onze streken met bezorgdheid, vooral waar onze menselijke en
ethische waarden steeds meer inkrimpen.’