Sinds 1984 wijst het NIK jaarlijks een of meer begraafplaatsen aan waar onderhoud dringend nodig is. Leden van de (christelijke) Werkgroep voor het onderhoud aan Joodse begraafplaatsen besteedt ieder jaar vrijwillig enkele dagen tot weken aan het restauratiewerk. Inmiddels zijn al ruim 50 begraafplaatsen opgeknapt.
Sinds 1984 wijst het NIK jaarlijks een of meer begraafplaatsen aan waar
onderhoud dringend nodig is. Leden van de (christelijke) Werkgroep voor
het onderhoud aan Joodse begraafplaatsen besteedt ieder jaar vrijwillig
enkele dagen tot weken aan het restauratiewerk. Inmiddels zijn al ruim
50 begraafplaatsen opgeknapt.
Van de werkzaamheden op de begraafplaats in Groningen
is met een klik op de afbeelding een reportage te zien.
Christenen uit verschillende kerken besteden jaarlijks enkele dagen van
hun tijd om onderhoudswerk te verrichten op een joodse begraafplaats.
Daarbij worden onder andere grafzerken met water schoongespoten, worden
scheefgezakte stenen rechtgezet en het onkruid gewied. “Begraafplaatsen
hebben voor Joden een veel grotere betekenis dan voor christenen. De
band met het voorgeslacht is erg sterk en daarom blijven joden de
graven van gestorven familieleden bezoeken. De grafstenen zijn voor hen
zoiets als een identiteitsbewijs”, aldus het testimonial van de die de werkzaamheden coordineert.
De werkgroep wordt gevormd door christenen uit verschillende kerken die
er zich bewust van zijn wat de Joden eeuwenlang is aangedaan.
“Christenen hebben”, volgens de organisatie, “Joden gediscrimineerd en
onterecht van gruwelijkheden beschuldigd zoals rituele moord,
hostieschennis en vergiftiging van drinkwaterbronnen. Het hele Joodse
volk werd onophoudelijk beladen met het verwijt Jezus van Nazareth
vermoord te hebben.”