LJG: Sidra Korach, Bemidbar (Numeri) 16:1-18.32


De Eeuwige zei tegen Mosje: ‘Beveel Elazar, de zoon van de koheen Aharon, de vuurbakken uit de as te halen, en gooi de gloeiende kolen eruit, ver weg, want ze zijn heilig. De vuurbakken van de mannen die hun zonde met de dood hebben moeten bekopen zijn de Eeuwige aangeboden, en daarom zijn ze heilig. Sla er platen van en bekleed daarmee het altaar. Zo zullen ze de Israëlieten als waarschuwing dienen.’

De koheen Elazar pakte de bronzen vuurbakken waarmee door hen die door
de vlam gedood waren een offer was gebracht; ze werden geplet en met de
platen werd het altaar bekleed; zo had de Eeuwige het bij monde van
Mosje aan Elazar opgedragen. Deze platen moeten de Israëlieten eraan
herinneren dat een onbevoegde, iemand die niet van Aharon afstamt, niet
in de nabijheid van de Eeuwige mag komen om hem een reukoffer te
brengen; zo iemand zal het vergaan als Korach en zijn aanhangers.

HET COMMENTAAR VAN DE WEEK


Dr. Neil Gilman
zegt: Het meest fascinerende detail in de
geschiedenis van Korach, de aartsrebel tegen de autoriteit van Mosje en
Aharon – en impliciet tegen die van God – gebeurt aan het einde van
deze episode. God beveelt Elazar, de zoon van Aharon, de vuurpannen te
pletten, die door de rebellen waren gebruikt om  hun reukoffer in
te verbranden tot metalen platen om die te gebruiken om het altaar mee
te bekleden. Een maal gebruikt in het heiligdom , waren deze pannen
heilig geworden, zelfs als ze waren gebruikt om opstandig te zijn tegen
God. Ze konden niet zo maar weggegooid worden.

Maar waarom moest dit geplette metaal rechtstreeks op het altaar worden
aangebracht? Waarom moest het onmiddellijk zichtbaar worden gemaakt op
een van de meest gewijde plaatsen in het Heiligdom?  Waarom werden
deze vuurpannen niet gewoon verborgen om zo de herinnering eraan uit te
wissen?

Het Bijbels verhaal verklaart waarom.
Ze moesten op het altaar geplaatst worden als een ot, hier vertaald als
“waarschuwing” (Bemidbar 17:3). Deze vertaling geeft een negatieve
draai aan het verhaal. Ze moesten op het altaar worden aangebracht als
een waarschuwing aan het volk de opstandigheid van Korach nooit te
herhalen.

Het probleem is dat het Hebreeuwse woord ot elders in de Tora voorkomt
en gewoonlijk in een positieve betekenis. Sjabbat is een ot  net
als het teken van de besnijdenis en de regenboog in de geschiedenis van
Noach. Op geen van deze plaatsen is het woord gebruikt in een negatieve
betekenis zoals een waarschuwing. In al deze voorbeelden is een ot een
positieve, gezonde herinnering aan de schepping en aan het verbond met
God. Hier is de betekenis eenvoudig een teken of een symbool.

Daarom geef ik de voorkeur aan de verklaring van Rav Kook zoals vermeld
in Etz Hayim, het nieuwe choemasj commentaar (Tora commentaar) voor
sjoelgebruik die gepubliceerd is door de Conservative movement.

Rav Kook stelt voor “dat de heiligheid van de vuurpannen de
noodzakelijke rol symboliseert die door sceptici en agnosten wordt
gespeeld om religie eerlijk en gezond te houden.” Het plaatsen van het
metaal van de pannen op het altaar diende ertoe ons te herinneren aan
de “legitimiteit, de werkelijke potentiele heiligheid van de drijfveer
die in ieder van ons aanwezig is om in opstand te komen tegen de
stilstand en zelfgenoegzaamheid die religie kan besmetten”.


Gelezen  wordt:
Dasberg choemasj deel II, blz. 104-111
Haftara: I Sjemoeel 11:14-12:22
Dasberg choemasj deel II blz. 253




Advertentie (4)