De gemeenteraad van Haarlem heeft een principebesluit genomen om te komen tot een gedenkteken ter nagedachtenis aan de meer dan 700 Haarlemse Joden die de Tweede Wereldoorlog niet overleefden.
Twee Haarlemmers, Christophe Hahn en Mieke Mulder, zien hun
inspanningen om een monument voor de omgekomen Haarlemse Joden te
verwezenlijken, met een eerste succesje bekroond nu een ruime
meerderheid van de gemeenteraad nam een motie van het CDA aan om een
poging te wagen om ‘een passend gedenkteken ter nagedachtenis aan deze
groep’ te stichten. Het monument zou moeten komen aan de Westergracht,
de plek waarvandaan de Haarlemse Joden naar Kamp Westerbork werden
gedeporteerd.
Pogingen vanuit de gemeenteraad om te komen tot een monument voor
vermoorde Joodse Haarlemmers dateren al van 1999. Overleg met de
betrokken instanties verlopen stroef. Zo legde de christelijke
stichting Gedenkteken Joodse Slachtoffers WOII vorig jaar haar werk
neer, omdat initiatiefnemer Hartman niet meer opgewassen was tegen ‘de
tegenwerking van de NIG Haarlem, het bestuur van de Synagoge en de
gemeentelijke kunstcommissie, die drie ontwerpen afkeurde.’
Het is nu aan het college van B&W om opnieuw in contact te
treden met die organisaties en te inventariseren of de standpunten
inmiddels gewijzigd zijn. “Wellicht is een klein monument wel
haalbaar”, aldus wethouder Jur Visser.
Maar als het aan Christophe Hahn ligt wordt het ‘niet zo’n klein
zuiltje met een Davidsster erop, zoals in Zandvoort is neergezet, in
een achterafstraatje waar geen Duitser er aanstoot aan kan nemen. Als
je echt iets wilt overbrengen met een gedenkteken en jongeren, ook van
buitenlandse afkomst, wilt bereiken, dan moet het monument duidelijk
zichtbaar zijn en de boodschap helder. Maar de discussie erover is nog
in volle gang.”
Hahn is blij dat de gemeenteraad nu zelf de aanzet geeft voor een gedenkteken. Samen met Mieke Mulder heeft hij in 2003 de site www.joodshaarlem.nl opgezet, een soort virtueel monument met alle namen van in de oorlog verdwenen Joden.