Bij de Faculteit der Godgeleerdheid van de Universiteit Leiden start per 1 juli 2005 een onderzoeksproject waarin met behulp van de computer oude Syrische en Joods-Aramese bijbelvertalingen geanalyseerd worden. Een belangrijk doel is vast te stellen wat de invloed is geweest van het Hebreeuws, de taal van de brontekst, op het Syrisch en het Aramees van de vertalingen.
De titel van het project is Turgama: Computer-Asssisted Analysis of the
Peshitta and the Targum: Text, Language and Interpretation.
De Peshitta, de Syrische vertaling van de bijbel dateert uit de tweede
eeuw na Christus, en levert belangrijke informatie over de vroege
joods-christelijke bijbeluitleg. Cultuurhistorisch is zij van belang
vanwege de essentiele rol die ze gespeeld heeft in het Oosters
christendom en de belangrijke status die ze tot op heden heeft in
Syrische gemeenschappen. Die is vergelijkbaar met de status die de
Latijnse bijbelvertaling lange tijd genoot in grote delen van Europa.
Het Syrisch en het Joods-Aramees zijn beide vormen van Aramees. Net als
het Hebreeuws zijn het Noordwest-Semitische talen. De verwantschap
tussen Aramees en Hebreeuws is groot, vergelijkbaar bijvoorbeeld met
die tussen het Nederlands en het Duits. Het karakter van de Peshitta
als vertaling hangt nauw samen met de wisselwerking die er is geweest
tussen brontekst (Hebreeuws) en doeltaal (Syrisch). Een vertaler moet
immers steeds het midden vinden tussen de verschillende en soms
tegenstrijdige belangen van een getrouwe weergave van de brontekst, en
de regels van het taalsysteem van de doeltaal. Deze problematiek heeft
ook veel aandacht gehad in discussies rondom onze eigen Nieuwe
Bijbelvertaling.
In het project speelt de computer een belangrijke rol. Dit betreft de
codering van de tekst op verschillende taalkundige niveaus (woorden,
zinnen, relaties tussen zinnen), en een nauwkeurige vergelijking van de
vertalingen met de brontekst. De computer maakt het mogelijk
systematisch onderzoek en zeer complexe analyses uit te voeren. De
interactieve computerprogrammas doen bij iedere stap van de analyse
voorstellen op basis van eerdere analyses. Hiermee wordt een
consistentie bereikt die zonder de computer onmogelijk zou zijn.
Om te kunnen vaststellen in hoeverre de Hebreeuwse brontekst van
invloed mis geweest op de taal van de Peshitta, wordt een vergelijking
gemaakt met een Syrische tekst die niet het product van een vertaling
is, namelijk Het Boek van de Wetten der Landen, daterend uit ca. 300 na
Christus.
Daarnaast vergelijken de onderzoekers de Syrische bijbelvertaling met
de vertaling van Hebreeuwse bijbelboeken in het Joods-Aramees (de
Targums). Gezien de taalkundige verwantschap tussen Syrisch en
Targum-Aramees, maar ook omdat er tussen de Syrische en Joods-Aramese
bijbelvertalingen een aantal belangrijke verhaaltechnische
overeenkomsten te zien zijn kunnen deze niet los van elkaar bestudeerd
worden.
Het uitfilteren van de Hebreeuwse invloed uit de doeltalen is niet het
enige wat de computer voor de onderzoekers gaat doen. Een andere
onderzoeksvraag van het project is: Wat is de wisselwerking tussen de
eigen interpretatie van de vertaler en het taalsysteem van het Syrisch?
Welke wijzigingen ten opzichte van de brontekst moest hij wel
aanbrengen om er goed Syrisch van te maken, en welke weerspiegelen zijn
eigen vrije omgang met de tekst, waardoor hij zijn eigen interpretatie
in de vertaling legde?
De titel van het project is Turgama: Computer-Asssisted Analysis of the
Peshitta and the Targum: Text, Language and Interpretation. Het
onderzoek wordt gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek (nwo) en de Universiteit Leiden.
Zie ook: www.leidenuniv.nl/gg/turgama