Israël wil in de territoriale wateren voor Gaza een onderzeese afscheiding aanleggen om te voorkomen dat Palestijnse militanten met duikapparatuur vanuit zee het land binnenkomen. Het plan houdt verband met de ontruiming van de Israëlische nederzettingen in de Gazastrook en het vertrek van het leger uit het gebied.
Volgens een woordvoerder van de Israëlische regering is de 2,5
kilometer lange afscheiding, een reeks betonnen pijlers met daarop een
2 meter hoog hek, in feite niet meer dan een verlengstuk van de
noordelijke grens, maar dan onder water. Verwacht wordt dat de
territoriale wateren zichtbaar zullen worden gemarkeerd, net als in het
noorden, waar ter hoogte van Rosh Hanikra de zeegrens tussen Israël en
Libanon met 7 enorme boeien wordt aangegeven.
Op dit moment wordt het zeegebied bij Gaza niet alleen door
patrouilleboten van de Israëlische marine vanuit de havenstad Ashdod
gecontroleerd, maar ook vanuit de nederzettingen ten noorden en zuiden
van Gazastad. De nederzettingen ten noorden van Gazastad werden vorig
jaar belaagd door een zwaarbewapende Palestijnse duiker, die werd
gedood. De zee tussen Gaza-Stad en Ashkelon is gesloten voor alle
scheepvaart. Zo mogen Palestijnse vissers niet verder dan drie
kilometer in westelijke richting varen.
Leger en veiligheidsdienst bezinnen zich op maatregelen om de
Gazastrook na de gedwongen verhuizing van de kolonisten helemaal af te
sluiten, op enkele grensposten voor transporten en personenverkeer na.
Het feit dat Israël de controle over alle grenzen, het luchtruim en de
wateren voor de Gazastrook wil behouden is een twistpunt tussen Israël
en de Palestijnse Autoriteit. De Palestijnen vrezen een volledige
afsluiting van de buitenwereld als de haven en Gaza International
Airport niet opnieuw in gebruik worden gesteld.
Berichten als zou de marine al begonnen zijn met de aanleg van de
constructie wilde het Israëlische leger niet bevestigen. Wel gaf een
woordvoerder toe dat alle denkbare mogelijkheden voor Palestijnse
terreuractie uit te sluiten worden onderzocht. De
Rotenberg-electriciteitscentrale en de stad Ashkelon, beiden aan de
kust gelegen, zijn in het verleden al doelwit geweest van
Palestijnse acties.